lnschakelen met de laatste deur ..19 lnhoud lnschakelen met een uit!oopknop ..19 1. lntroductie ........ 3 inschakelen ........Slit Direct inschaketen ......, ..systeem ........3 lnst"hake!en met een sleutelschak ..De codebediendelen ......4 lnschakelen met afstandsbed. 725r ..
1. INTRODUCTIE HETSYSTEEM Het beveiligingssysteem type 9851 omvat een controlepaneel, een of meer codebediendelen en diverse detectoren. Het controlepaneel is een stalen kast waarin zich de e!ektronica, de voedlng, de noodstroomaccu en een telefoonkiezer bevinden. Het controlepaneel wordt meestal op een veilige plaats uit het zicht gemonteerd (bijv. in de meterkast).
1. tntroductte lndeling van de zones per niveau of groep. Uw bewakingssysteem kan bovendien zones bevatten voor 24-uurs- en overva!alarrn. lndien zo'n zone wordt geactiveerd genereert het systeem een alarmmetding, of het niveau of de groep is ingeschakeld of niet. DE CODEBEDIENDELEN ln uw beveilig!ngssysteem kunnen een of meerdere codebediendelen met een LCD display van het type 9930 warden opgenomen.
1. lnlroductie Met de toetsen kunt u uw toegangscode invoeren en het systeem in• en uitschakelen. Bepaalde toetsen gebruikt u om sommige functies in- en uitschakelen. Toets Gebrulkt u voor: lnschaketen op niveau A (totals systeem); of in/uitschakelen groep A. Systeem inschakelen op niveau B;...
1. lntroductie ilil Systeem inschakelen op niveau A (totale systeem); of inschakelen groepA. Systeem inschakelen op niveau (al!een enkelvoudig systeem). Systeem uitschakelen; of uitschakelen groep A. ilil C Wanneer u daze twee knoppen gelijktijdig indrukt maakt u een overvalmelding met bijbehorend alarmsignaal. OVER DEZE HANDLEIDING Op de volgende bladzijden vindt u een gedetailleerde beschrijving gebruik van uw systeem.
2. DAGELIJKS GEBRUIK Het systeem kan op verschlllende manleren worden samengesteld. Als u een enkelvoudig systeem wenst, dan kan uw installateur het systeem programmeren voor gebruik van een of meer van de beschreven functies. Vraag uw installateur om voor uw situaties de meest geschikte functies te programmeren.
Pagina 9
2. Dage!ijks gebruik lnschakelen met sleutelschakelaar. lnschakelen met afstandsbediening. Vraag uw lnstallateur welke methode voor u hat meest geschikt is en voor raadpleeg volgende bladzijden gedetailleerde informatie. VERTRAAGD INSCHAKELEN Met deze methode schakelt het systeem pas als de vooraf vastgestelde ultlooptljd is ver1open nadat u het systeem hebt ingeschakeld.
2. Dagalljks gebrulk INSCHAKELEN MET DE LAATSTE DEUR Op hetzelfde moment dat de laatste deursluil zal het systeem inschakelen. is geen uitlooptijd. Sluit alle deuren en ramen. Teets uw toegangscode op het codebediendeel. Insch, A 3. Druk op de toets van het gewenste •...
Pagina 11
2. Dagelljks gehruik STIL INSCHAKELEN Bepaalde niveaus kunnen worden geprogrammeerd voor stil inschakelen. Als deze nlveaus worden ingeschake!d geven de zoemers en/of sirenes geen audio signaal. DIRECTINSCHAKELEN Het kan zijn dat de ruimten die onder een gedeeltelljke inschakeling vallen geen uit!ooproute of laatste deur (nodlg) hebben. 1n dergelljke gevallen kan B, C de installateur de niveaus voorzien van de functie 'Direct inschake...
2. Oagelljks gebrnlk Om niveau of groep A in te schakelen: 1. Sluit alle deuren en ramen. 2. Oruk op•· 3. Verlaat het gebouw en sluit de laatste deur. Nadat het systeem de geprogrammeerde instellingen heeft doorlopen schakelt het in en hoort ter bevestiging piepjes.
2. Oagel!jks gebruik 1. Teets V. Het display toont Selecteer •• 2. Ga door en schakel het systeem in. Als u dan het systeem nag steeds nlet kunt inschakelen neemt u contact op met de instal[ateur. tEI" WAT TE DOEN ALS BRANDEN? J!!C Als u een onderbroken loon hoort en zowel het ;: als het...
2. Dagelijks gebrulk HET UITSCHAKELEN VAN HET SYSTEEM PAS OP: Als u he! gebouw binnenkomt en het alarm gaat, kan er een indringer aanwezig zijn. UrrscHAKELEN VIA HET CODEBEDIENDEEL Het systeem heeft een geprogrammeerde inlooptijd. Overleg met uw installateur, opdat de inlooptijd lang genoeg is om van de eerste deur, via de Inlooproute naar het codebediendeel te lopen en het systeem uit te schakelen.
Pagina 15
4. Het vlervoudige systeem 3. Schrijf deze herstelcode op. Denk eraan dat het systeem deze herstelcode slechts seconden toont. Daama gaat disp!ayweer over naar de vorige tekstweergaven. Als de herstelcode heeft gemist herhaalt de stappen 1, 2 en 3. 4. Bel de meldkamer waarop uw systeem is aangesloten. De dlenstdoende functionaris stelt enige vragen om er zeker van te zijn dat bent wle...
5. SPECIALE FUNCTIES INLEIDING Met het 9930 codebediendeelkunt u, behalve het systeem in- en uitschakelen, een aantal andere systeemtuncties lnstellen. Deze functies zljn: [Toegangscode] + A (B, C of D)+ XXZones overbruggen blj lnschakelen. + ,c [Toegangscode] 24uurszones overbruggen [Toegangscode gebruiker 01] Toegangscodes en gebruikersnamen wijzigen [Toegangscode]...
2. Dagelijks gebrulk daze extra tijd geven codebediendeel een hoge continue toon als waarschuwing dat de eigenlijke inlooptijd al verlopen is. Met 'alarm afbreken' kunt u onnodige afarmmeldingen tegengaan. Ats uw systeem ls aangesloten op een meldkamer en u veroorzaakt zeff per ongeluk een inbraakalarm dan hebt u 90 seconden de tijd om hat alarm af ta breken voordat de meldkamer con1act opneemt met de potitle.
3. NA EEN ALARMMELDING Als uw systeem een a\armme!ding geett moet u het systeem uitschakelen om de sirenes en flitsers te laten stoppen. Het systeem 'onthoudt' we!ke detectoren of zones de alarmmelding veroorzaakten en toont dit op hat display van het codebediendeel. Nadat u het systeem hebt uitgeschakeld dient u het systeem te herstellen {resetten) voor u het later weer zal kunnen inschakelen.
3, Na een alarmmelding • Als de lamp niet brandt kLint u zelf het systeem herstellen via een .,IC codebediendeel. • Als de.,,£ lamp brandt na een alarmme1ding dient uw installateur het systeem te herstellen. • Als de lamp brandt na een atarmmelding en systeem is aangeslo- .,IC ten op een meldkamer, dan kan uw systeem op afstand warden hersteld.
4. HET VIERVOUDIGE SYSTEEM De instaUateur kanhet controlepaneel zodanig programmeren dat het zich gedraagt als vier onafhankelijke beveiligingsgroepen. Elke groep (A, B, C en D} reageert als een afzonderlijk beveiligingsysteem dat u onafhankelijk van de overige drie groepen kunt in- en uitschakelen. U kunt oak twee, drie of vier groepen gelijktijdig in- en uitschakelen.
4. Het v!ervoud!ge systeam DAGELIJKS GEBRUIK Uw installateur kan elk van de groepen afzonderlijk programmeren voor de onderstaande inschaketprocedures. Vertraagd inschakelen Uitloopknop !nschakelen met laatste deur Direct inschakelen inschakelen Elke groep beschikt over een eigen in• en uitlooproute. Opm.: Als twee personen versch/1/ende codebedlendelen op hetzelfde moment een groep willen in•...
4. Hat vlervoudige systeem 5. Verlaat het gebouw via de voorgeschreven route en sluit de lGrP. A aan-- laatste deur. • Aan het eind van de uit1oopperiode 'piep piep' schakelt het systeem in hoort plepjes. Het display van codebedien• deel toont welke groep is lngeschake!d.
4. He! Viervoudige systeem 3. Druk op de toets van de gewenste groep en sluit af met Het codebediendeel !aat de continue uitlooptoon horen. Uitloop- s!gnaal 4. Verlaat het gebouw via de voorgeschreven route en stuit de laatste deur 5. Druk op de uitloopknop De uitlooptoon stopt en zeven seconden later schakelt het systeem in.
4. Het vlervoudige sys1eem Verlaat het gebouw en sluit de laatste deur. Het codebediendeel geeft piepjes en het AAN-lampje van de sleutelschakelaar gaat branden. INSCHAKELEN 725R MET AFSTANDSBEDIENING A!s uw systeem is voorzien van een draadloze uitbreiding, dan kunt u af- standsbediening 725r gebruiken om het systeem in te schakelen.
4. Hat viervoudige systeem HET UITSCHAKELEN VAN HET SYSTEEM PAS OP: Als u he! gebouw binnenkomt en he! alarm gaat, kan er een indringer aanwezig zijn. UrrscHAKELEN HET CODEBEDIENDEEL De inlooptijd gaat in op het moment dat u de daarvoor aangewezen deur opent.
4. Hat visrvoudige sysleem NA EEN ALARMMELDING HET SYSTEEM UITSCHAKELEN 1. Ga via de lnlooproute naar het codebediendeel. Het display toont de oJll IRlarr, 9rP A groep die de melding veroorzaakt "'l •• (bijv. A). Teets uw toegangscode. Het display toont 3.
5. Speciale functles Opm.: Als u per ongeluk de verkeerde zone hebt gekozen toetsr u X gevofgd door nummer van 'verkeerde' zone en daama waarmee de standaard tunctfe van de zone weer hsrsteld. Het systeem is nu ingeschakeld. Er ontstaat geen a!armmelding als een detector binnen een overbrugde zone wordt geactiveerd.
Pagina 28
Opm.: Systemen uit de serie 9851 werken met toegangscodes van vier of zes cljfers. Vraag uw inslalfateur om meer lnformatle.
Pagina 29
5. Speciale funclies 4. Toets de nleuwe gebruikerscode. Opm.: Gebruik geen o (nu!) a/s eersre cijfer. u '0000". een code wilt verwijderen toetst Toets 6 Teets A, B, C en/of D naar keuze ats de gebruiker van daze niveau's of •...
5. Speciale functies HETLOGBOEK Het systeem 'onthoudt' de laatste 250 gebeurtenissen. logboek als vo1gt kunt het uitlezen: Toets toegangscode. Teets U01 OudeCode " Het display toont de meest recente gebeurtenis bijv.: toont display een korte omschrijving voor elke gebeurtenis. De hiema volgende tabel geeft een overzlcht van de mogelljke meldlngen.
5. Speciale funoties lnbrZnn Hrs! lnbraakalarm van zone nn opgeheven. Sab. Znn Sabotageme!dlngIn zone nn. CnnVemiisl Geen contact mat codebed!endeel nn. Cnn Herstel Codebediendeel hersteld. Cnn Sab. Sabotagemeld!ng van codeDediendeel nn. Cnn Teets Alarm Teveel loetsen lngedrukl op codebediendeel nn. (!emand kan proberen uw toegangscode achterhalen.) L.