Figuur 40
1. Differentieelriem
3.
Om de riemspanning af te stellen, gaat u als
volgt te werk:
A.
Maak de montagemoer van de spanpoelie
los en draai de spanpoelie rechtsom tegen
de achterzijde van de riem totdat de riem de
vereiste spanning heeft
Belangrijk:
trekken.
B.
Draai de moer vast om de afstelling te
borgen.
4.
Zet de drijfriemkap weer op zijn plaats.
5.
Monteer alle bevestigingsbouten totdat de draad
in het inzetdeel grijpt, waarbij u ervoor moet
zorgen dat er een geringe afstand blijft bestaan
tussen de afdichting van de kap en de zijplaat
Hierdoor kunt u zien of de bouten recht voor de
getapte inzetstukken zitten.
6.
Nadat de bouten zijn gemonteerd, moet u ze
vastdraaien totdat de afstandhouders contact
maken met de zijplaat. Draai de schroeven niet
te vast aan.
Primaire V-riemen afstellen
1.
Om de spanning van de primaire V-riemen
af te stellen, moet u eerst de afstelling van
het tractiebediening controleren; zie
tractiebediening afstellen (bladz.
Als de riemen nog slippen nadat u de
tractiebediening hebt afgesteld, gaat u naar de
volgende stap.
2.
Draai de borgschroef los waarmee de kap van
de V-riem is bevestigd, en draai de kap open
(Figuur
41).
2. Spanpoelie
(Figuur
40).
U mag de riem niet te strak
De
37).
g007622
1. V-riem
3.
Om de riemspanning te verhogen, draait u de
bevestigingsbouten van de motor los en schuift
u motor naar achteren in de sleuven.
Belangrijk:
trekken.
4.
De bevestigingsbouten van de vastdraaien.
Opmerking:
van de aandrijfpoelie en de aangedreven poelie
moet ongeveer 12,7 cm zijn nadat de nieuwe
V-riemen zijn gemonteerd.
5.
Nadat de spanning van de primaire V-riemen
is afgesteld, moet u de uitlijning van poelie van
de uitgangsas van de motor en de poelie van
de secundaire as controleren met behulp van
een rechte rand.
6.
Als de poelies niet in een rechte lijn staan,
moet u de schroeven losdraaien waarmee de
onderkant van de motor is bevestigd aan het
frame van de machine en de motor van links
naar rechts schuiven totdat de poelies in een
rechte lijn staan met een marge van 0,7 mm.
7.
Draai de bevestigingsschroeven vast en
controleer de uitlijning.
8.
Om de machine gemakkelijker te duwen of te
slepen zonder de motor te starten, moet u de
riemgeleider als volgt afstellen
A.
Schakel de koppeling in.
B.
Draai de borgmoer los waarmee de
spanpoelie en de riemgeleider zijn
bevestigd aan de arm van de spanpoelie.
C.
Draai de riemgeleider rechtsom totdat
de afstand tussen geleidevinger en de
achterzijde van de drijfriemen ongeveer
1,5 mm bedraagt.
D.
Draai de borgmoer vast waarmee de
spanpoelie en de riemgeleider zijn
bevestigd aan de arm van de spanpoelie.
35
Figuur 41
2. Borgschroef
U mag de riem niet te strak
De afstand tussen het midden
(Figuur
g016991
42, inzet)