waakvlammen (bv. van een boiler of een ander
toestel) aanwezig kunnen zijn.
•
Probeer de motor niet te starten als u brandstof
hebt gemorst. Voorkom elke vorm van open vuur
of vonken totdat de brandstofdampen volledig zijn
verdwenen.
•
Vul de houders niet in een voertuig, op een
vrachtwagen of op de laadbak van een aanhanger
met kunststofbekleding. Zet houders altijd op de
grond, uit de buurt van het voertuig voordat u de
tank bijvult.
•
Laad de machine uit de vrachtwagen of van de
aanhanger en vul de tank pas als de machine op
de grond staat. Als dit niet mogelijk is, is het beter
dergelijke machines bij te vullen uit een draagbaar
vat dan met behulp van een brandstofpistool.
•
Houd het vulpistool voortdurend in contact met de
rand van de brandstoftank of de opening van de
brandstofhouder totdat het bijvullen voltooid is.
Dagelijks onderhoud
uitvoeren
Voer de procedures voor het dagelijks onderhoud uit,
zie
Controlelijst Dagelijks Onderhoud (bladz.
Het motoroliepeil
controleren
Controleer het motoroliepeil voor elk gebruik of om
de 8 bedrijfsuren, zie
Het motoroliepeil controleren
(bladz.
28).
Brandstofspecificaties
Inhoud brandstoftank: 2,0 liter
Aanbevolen brandstof: loodvrije benzine met een
octaangetal van 87 of hoger (indelingsmethode
(R+M)/2)
Ethanol: Benzine met maximaal 10% ethanol
(gasohol) of 15% MTBE (methyl-tertiair-butylether)
per volume is aanvaardbaar. Ethanol en MTBE zijn
niet hetzelfde. Benzine met 15% ethanol (E15) per
volume is niet geschikt voor gebruik.
•
Gebruik nooit benzine die meer dan 10%
ethanol per volume bevat, zoals E15 (bevat 15%
ethanol), E20 (bevat 20% ethanol), of E85 (bevat
tot 85% ethanol).
•
Geen benzine gebruiken die methanol bevat.
•
Tijdens de winter geen brandstof bewaren
in de brandstoftank of in vaten, tenzij u een
brandstofstabilisator gebruikt.
•
Meng nooit olie door benzine.
•
Gebruik voor de beste resultaten uitsluitend
schone, verse brandstof (minder dan 30 dagen
oud).
•
Ongeschikte benzine gebruiken kan leiden tot
verminderde prestaties en/of motorschade die
mogelijk niet gedekt wordt door de garantie.
Brandstoftank vullen
GEVAAR
In bepaalde omstandigheden is brandstof
uiterst ontvlambaar en zeer explosief. Brand
of explosie van brandstof kan brandwonden
bij u of anderen en materiële schade
veroorzaken.
• Vul de brandstoftank in de open lucht
wanneer de motor koud is. Neem eventueel
gemorste benzine op.
• Vul de brandstoftank nooit als de machine
in een gesloten aanhanger staat.
• Vul de brandstoftank niet helemaal vol. Vul
25).
de brandstoftank totdat het peil 6 mm tot
13 mm van de onderkant van de vulbuis
staat. Deze geeft de brandstof in de tank
ruimte om uit te zetten.
• Rook nooit wanneer u met brandstof bezig
bent en houd de brandstof weg van open
vlammen of vonken.
• Bewaar brandstof in een goedgekeurd vat
of blik en buiten bereik van kinderen. Koop
nooit meer benzine dan u in 30 dagen kunt
opmaken.
• Gebruik de machine uitsluitend als het
complete uitlaatsysteem is gemonteerd en
naar behoren werkt.
15