vezels. Vervang het element als u het niet kunt
reinigen door erop te kloppen.
8.
Reinig het schuimelement met warm water en
zeep of in een niet-ontvlambaar oplosmiddel.
Opmerking:
Gebruik geen benzine om het
schuimelement te reinigen; dit kan brand- of
ontploffingsgevaar veroorzaken.
9.
Spoel en droog het schuimelement grondig.
10.
Veeg het vuil met een vochtige doek van de
basis en het deksel.
Opmerking:
Zorg ervoor dat er geen vuil
terechtkomt in het luchtkanaal dat naar de
carburateur leidt.
11.
Monteer de luchtfilterelementen en zorg dat
ze juist geplaatst zijn. Monteer de onderste
vleugelmoer.
12.
Monteer het deksel en monteer de bovenste
vleugelmoer om het te bevestigen.
Onderhoud van de bougie
Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren/Om de
6 maanden (houd hierbij de kortste
periode aan)
Om de 300 bedrijfsuren/Jaarlijks (houd hierbij
de kortste periode aan)
Gebruik een NGK BPR6ESbougie of een bougie van
een equivalent type.
1.
Zet de motor uit en wacht totdat alle bewegende
onderdelen tot stilstand gekomen zijn; raadpleeg
De machine klaarmaken voor onderhoud (bladz.
26).
2.
Maak de omgeving van de bougie schoon.
3.
Haal de bougie uit de cilinderkop.
Belangrijk:
Als de bougie gebarsten of vuil
is, moet deze worden vervangen. U mag de
elektroden niet zandstralen, afkrabben of
reinigen omdat hierdoor gruis kan losraken
en in de cilinder terechtkomen. Dit kan leiden
tot beschadiging van de motor.
4.
Stel de elektrodenafstand op 0,7 tot 0,8 mm
1. Centrale elektrode-isolator 3. Elektrodenafstand
2. Massa-elektrode
5.
Monteer de bougie voorzichtig met de hand
(om beschadiging van de schroefdraad te
voorkomen).
6.
Draai een nieuwe bougie nog eens ½ slag vast;
draai andere bougies nog ⅛ tot ¼ slag vaster.
Belangrijk:
worden en de motor beschadigen; een
bougie te vast draaien kan de schroefdraad
in de cilinderkop beschadigen.
7.
Sluit de bougiekabel aan op de bougie.
30
Figuur 30
Een losse bougie kan erg heet
g000533