Inbedrijfstelling
3.6.8
4
4.1
Verpakking
Controleren op
transportschade
Opstelling
Omgevings-
omstandigheden
22
Vaste sproeier (optioneel)
INSTRUCTIE
De stoomwerking met de vaste sproeier wordt
geactiveerd via de voetschakelaar.
Afbeelding 3.6.8.1: Vaste sproeier
A
Vaste sproeier
Inbedrijfstelling
Opstel- en aansluitvoorwaarden
Bewaar de verpakking indien mogelijk of verwijder ze
deskundig volgens de geldende afvalrichtlijnen.
U kunt de verpakking ook vrij (op uw kosten) terugsturen
naar de fabrikant.
Controleer het apparaat voor de eerste inbedrijfstelling op
eventuele transportschade. Bij zichtbare schade mag het apparaat
niet aangesloten worden op het stroomnet. Neem in dat geval
onmiddellijk contact op met de leverancier en het
verzendingsbedrijf.
Plaats het apparaat op een stabiel, effen, droog en vochtbestendig
oppervlak. De ventilatiespleten mogen niet afgedekt zijn. Houd
minimum 10 cm afstand ten opzichte van de achterwand. Let op
voldoende ventilatie van de werkplek.
Het apparaat mag enkel bediend worden:
•
in goed geventileerde binnenruimten
•
bij een omgevingstemperatuur van 5 - 40 ºC [41 -
104 ºF] *)
•
bij een maximale relatieve vochtigheid van 80 % bij 31 ºC
[87,8 ºF], lineair afnemend tot 50 %
relatieve vochtigheid bij 40 ºC [104 ºF] *)
A
Elma Schmidbauer GmbH
Elmasteam 8