TRIGO / TRIGO UP
Remarque :
En cas de moyeu à vitesses intégrées, tirez la bôme légère-
ment en arrière pour fermer le maillon rapide. Le réglage
de la tension de chaîne s'opère ensuite en faisant légère-
ment coulisser la poutre centrale.
4.
Serrez les quatre vis hexacaves (2) du train arrière avec une
clé Allen de 5 mm.
Attention !
Il est absolument impératif de serrer ces vis à un couple de
23 Nm. Rouler avec un serrage de ces vis insuffisant peut
provoquer un accident et endommager le cadre.
5.
Contrôlez la position des câbles de freins et de vitesses. Véri-
fiez, en tournant le guidon en butée à gauche et à droite,
que la direction tourne sans être entravée.
Attention !
Toute limitation du braquage de la direction peut être à
l'origine d'accidents corporels.
Remarque :
Sur le TRIGO, les mouvements du guidon sont transmis à la
roue avant par une biellette de direction. Après modifica-
tion de la longueur du cadre, il est nécessaire de régler à
nouveau l'orientation du guidon.
6.
Réglez la direction. Desserrez la vis M6 du serrage (3) de la
biellette de direction. Orientez la roue avant en cohérence
avec le guidon et resserrez la vis M6.
Attention !
Il est absolument impératif de serrer cette vis à un couple
de 9 Nm. Rouler avec une vis insuffisamment serrée peut
provoquer un accident.
7.
Réglez le guidon et le siège (cf. page 4).
6
TRIGO / TRIGO UP 04/21
Réglage à la taille du cycliste
Opmerking:
In het geval van een interne naafversnelling dient u de
voorboom een stukje naar achteren te trekken om de ket-
tingsluiting weer te kunnen sluiten. De spanning op de
ketting kan dan aangepast worden door de centrale ligger
enigszins te verschuiven.
4.
Draai de vier inbusschroeven (2) op de achterbouw aan met
een inbussleutel van 5 mm.
Waarschuwing!
3
De schroeven moeten met een torsie van 23 Nm worden
aangedraaid. Met slecht aangedraaide schroeven rijden
kan ongelukken veroorzaken en het frame beschadigen.
5.
Controleer de positie van de remkabels en de versnelling-
skabels. Controleer of de stuurstang volledige beweg-
ingsvrijheid heeft, door deze zo ver mogelijk naar links en
rechts te draaien.
Waarschuwing!
Elke beperking van de bewegingsvrijheid van de stuurstang
kan tot ongelukken leiden.
Opmerking:
Bij de TRIGO worden de bewegingen van de stuurstang
naar het voorwiel doorgestuurd met behulp van een stu-
urkogel. Na elke aanpassing van de lengte van het frame is
het noodzakelijk dat de stuurstang geheroriënteerd wordt.
6.
De stuurinrichting afstellen. Draai de klem van de M6 bout
(3) los van de stuurkogel. Zorg dat het voorwiel op één lijn
ligt met de stuurstang en draai de M6 bout weer aan.
Waarschuwing!
De schroeven moeten met een torsie van 9 Nm worden
aangedraaid. Met slecht aangedraaide schroeven rijden
kan ongelukken veroorzaken.
7.
De stuurstang en de zitting afstellen (zie p. 4).
/ Uw TRIGO afstellen
www.hasebikes.com