6.1. Lengte van de PTO-as
De lengte van de PTO-as is zeer belangrijk. Wanneer deze te lang is kan de aandrijving van de tractor
en/of de machine beschadigd raken. Wanneer de overlappende lengte van de kokers op enig moment
lager wordt dan 250 mm (9,8"), kan de PTO-as beschadigd raken. De benodigde lengte verandert
wanneer de machine opgetild wordt of wanneer een ander trekkend voertuig wordt gebruikt. Wanneer
de machine nieuw wordt aangeschaft, of wanneer een ander trekkend voertuig wordt gebruikt, dient
de lengte van de PTO-as te worden gecontroleerd, en zo nodig te worden ingekort: (Fig. 5).
1. Meet de afstand 'A' (van groef tot groef) tussen de PTO van de trekker en de aansluiting van
de machine, wanneer de machine horizontaal op de grond staat en aan de trekker is
gekoppeld.
2. Meet de afstand 'B' van de PTO-as in zijn kortste stand van vergrendelingspen tot
vergrendelingsbout.
3. Splits de PTO-as in twee delen en verwijder de beschermkap van beide uiteinden.
4. Zowel de uiteinden van de kokers als de beschermkappen dienen te worden ingekort: (B-A) +
125 mm (4,9").
5. Braam alle onderdelen af en zet alle onderdelen in elkaar. Gebruik hierbij smeervet.
6. Monteer de PTO-as met de slipkoppeling aan de machinezijde.
7. Bevestig het andere uiteinde van de PTO-as aan de trekker.
8. Controleer de overlap van de kokers.
Gebruik de machine nooit met een beschadigde PTO beschermkap.
Vervang deze eerst.
Als de PTO incorrect is ingekort, of een andere tractor wordt gebruikt, kan de
tandwielkast extra belast worden waardoor beschadiging kan ontstaan.
6.2. Gebruik van de PTO-as
Voor een juist gebruik van de PTO-as dienen de volgende items worden gecontroleerd:
1. Tijdens werk dient de hoek van de draaipunten altijd kleiner of gelijk te zijn aan 30 graden.
2. De PTO-as van de tractor dient parallel te zijn aan de PTO-as van de machine.
3. De overlap van de kokers dient altijd minimaal 250 mm (9,8") te zijn.
4. Gebruik de machine nooit met een beschadigde PTO-as beschermkap.
5. Voor smeren, zie handleiding PTO.
15