nl Programma's
8 Programma's
Met de programma's helpt u uw apparaat bij de berei-
ding van verschillende gerechten en kiest u automa-
tisch de optimale instellingen.
8.1 Programma instellen
Programma kiezen.
1.
Net zo vaak op
drukken tot het display het ge-
2.
wenste programmanummer aangeeft.
a Het indicatielampje boven
indrukken.
3.
a Het indicatielampje boven
toont een voorgesteld gewicht.
Met het instelgebied het gewicht van het gerecht in-
4.
stellen.
Kunt u het exacte gewicht niet invoeren, rond het
dan naar boven of beneden af.
8.4 Ontdooien met de automatische programma's
Met de 4 ontdooiprogramma's kunt u vlees, gevogelte en brood ontdooien.
Programma
P01
P02
P03
P04
Gerechten met de automatische programma's
ontdooien
Het product uit de verpakking nemen.
1.
Gebruik producten die plat en per portie bij -18 °C
bewaren.
Het product wegen.
2.
Het gewicht hebt u nodig om het programma in te
stellen.
Leg de levensmiddelen op een platte vorm die ge-
3.
schikt is voor de magnetron bijv. een schaal of bord
van glas of porselein.
Geen deksel erop leggen.
Het programma instellen. → Pagina 76
4.
8.5 Garen met de automatische programma's
Met de 3 bereidingsprogramma's kunt u rijst, aardappels of groente garen.
Programma Gerecht
P05
Rijst
76
brandt.
brandt en het display
Gerecht
Gehakt
Vleesstukken
Kip, stukken kip
Brood
Vormen
Gewichtsbe-
reik in kg
met deksel
0,05-0,20
Druk op
om de werking te starten.
5.
a U kunt het verloop van de tijdsduur aflezen.
Als tijdens het programma een signaal klinkt, de
6.
deur van het apparaat openen.
Het gerecht verdelen, omroeren of keren.
‒
Sluit de apparaatdeur.
‒
indrukken.
‒
8.2 Werking onderbreken
Druk op
of open de deur van het apparaat.
1.
a Het indicatielampje boven
Sluit om het bedrijf te hervatten de deur van het ap-
2.
paraat en druk op
8.3 Werking afbreken
Twee keer op
▶
een keer indrukken.
Vormen
open
open
open
open
Opmerking: Als u vlees en gevogelte ontdooit, ont-
5.
staat vloeistof.
De vloeistof tijdens het keren verwijderen en in geen
geval verder gebruiken of met andere levensmidde-
len in aanraking laten komen.
Platte stukken en gehakt vóór de rusttijd uit elkaar
6.
halen.
Laat het ontdooide product nog 10 tot 30 minuten
7.
rusten voor een gelijkmatige temperatuurverdeling.
Grote stukken vlees hebben een langere rusttijd no-
dig dan kleine. Bij gevogelte na de rusttijd de inge-
wanden verwijderen.
Levensmiddelen verder verwerken, ook als dikke
8.
vleesstukken in de kern nog bevroren zijn.
Aanwijzingen
¡ Voor rijst een grote, hoge vorm gebruiken.
¡ Geen rijst in kookzakjes gebruiken.
¡ Per 100 g rijst de dubbele of driedubbele hoeveel-
heid water toevoegen.
brandt.
.
drukken of de deur openen en
Gewichtsbereik in kg
0,20-1,00
0,20-1,00
0,40-1,80
0,20-1,00