Inhoudsopgave
Advertenties
HANDLEIDING
1A ALGEMENE WAARSCHUWINGEN
EN VEILIGHEID
De handleiding maakt wezenlijk deel uit van het product en moet daarom
zorgvuldig bewaard worden en het apparaat altijd vergezellen; Als de handlei-
ding verloren of beschadigd wordt, kan een kopie ervan aangevraagd worden
bij de Technische Klantendienst.
De installatie van de boiler en elke andere assistentie en onderhoud-
swerkzaamheden moeten alleen door gekwalificeerd personeel utge-
voerd worden, volgens de voorschriften van de lokale wetgeving.
Voor de installatie, wordt aangeraden gepersonaliseerd personeel te
contacteren.
De boiler dient alleen gebruikt te worden voor de doeleinde voorzien
door de fabrikant. De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld worden
voor schade aan personen, dieren of voorwerpen te wijten aan fouten
bij de installatie, de ijking, het onderhoud of een oneigenlijk gebruik.
De veiligheidsvoorzieninen en inrichtingen voor de automatische afstell-
ing mogen niet gewijzigd worden door de fabrikant of leverancier tijdens
de levenscyclus van het systeem.
Dit apparaat produceert warm water en moet daarom aangesloten
worden op een verwarmingssysteem en/of een waterleiding, compatibel
met de prestaties en het vermogen.
In geval van een waterlek, sluit de watertoevoer af en contacteer onmid-
dellijk de Technische Klantendienst.
Het product mag na de levensduur niet worden weggegooid als vast huis-
houdelijk afval, maar moet worden ingeleverd bij een recyclagebedrijf
In geval van langdurige afwezigheid, sluit de gastoevoer af en schakel de
elektrische stroomtoevoer uit met de hoofdschakelaar. Als er vorstgevaar
is, draineer de boiler.
Controleer af en toe of de bedrijfsdruk van het hydraulisch systeem niet
onder de 1 bar zakt.
In geval van een storing en/of defect, deactiveer het apparaat en probeer
het niet te repareren of er rechtstreeks aan te werken.
Het apparaat moet minstens een keer per jaar onderhouden worden:
plan dit met de Technische Klantendienst om tijd en geld te besparen.
Het gebruik van de boiler vergt een strenge waarneming van een aantal basi-
sveiligheidsvoorschriften:
Gebruik het apparaat niet voor andere doeleinden dan voorzien.
Het is gevaarlijk het apparaat aan te raken met natte of vochtige lichaams-
delen en/of wanneer men blootsvoets loopt.
Dek de inlaatroosters en ventilatieopeningen in de installatieruimte nooit
af met textiel, papier of ander materiaal.
Gebruik geen elektrische schakelaars, telefoons of andere voorwerpen
die vonken veroorzaken als u gas ruikt. Verlucht de ruimte door de deuren
en ramen te openen en sluit de centrale gaskraan.
Doe niks in de boiler.
Reinig niet indien het apparaat niet losgekoppeld is van de hoofdstroom-
toevoer.
De ventilatieopening in de ruimte waar de generator geïnstalleerd is mag
niet afgedekt of verkleind worden.
Laat geen ontvlambare recipiënten en stoffen achter in de installatierui-
mte.
Probeer het apparaat niet zelf te repareren in geval van een defect en/
of storing.
Het is gevaarlijk aan de elektrische kabels te trekken of ze te verwringen.
Kinderen of onbevoegde personen mogen het apparaat niet gebruiken.
Ageer niet op verzegelde elementen.
Voor een beter gebruik, vergeet niet dat:
- een periodieke externe schoonmaak met zeepsop niet alleen het uitzicht
verbetert maar de panelen ook vrijwaart van corrosie en ze langer doet mee-
gaan;
- als de muurboiler ondergebracht is in een hangende unit, minstens 5 cm
vrijgelaten moet worden voor ventilatie en onderhoud;
- de installatie van een ruimtethermostaat het comfort beduidend vergroot en
zorgt voor een rationeel gebruik van de warmte en energiebesparing; de boi-
ler ook aangesloten kan worden op een programmeerbare timer om de in- en
uitschakelingen van het apparaat tijdens de dag of week te regelen.
2A OPSTARTEN EN WERKING
De NIBE GBM 10-15 muurcondensboiler is ontworpen voor de productie van
warm water voor gesloten tanks
Het controlepaneel (fig. 1) bevat de hoofdbedieningen van de boiler.
De verwarmer dient te worden gestuurd door het beheertoestel
(OPT 10) door middel van het OT-busstuurcontact.
Het apparaat is bij levering klaar om aangesloten te worden op de
beheerinrichting; als deze kabel niet aangesloten is, kan de verwarm-
ing derhalve niet ingeschakeld worden.
Wanneer de kabel aangesloten is op de verwarming, wordt de beheerin-
richting de master-regeling voor de status on en off van de verwarming.
De input naar de verwarmer is een aan-uit-signaal en de doeltemperatuur van
de stroom van de verwarmer die kan worden gewijzigd door het beheertoestel
(OPT 10).
De reset van de alarmen moet rechtstreeks gebeuren op het controlepaneel van
de verwarming door de hoofdschakelaar et draaien zoals beschreven in het re-
latieve deel.
3A HET APPARAAT INSCHAKELEN
Schakel de boiler in als volgt:
- open de gaskraan onder de verwarming door het linsom te draaien
- open de waterkranen tussen de verwarming en de tank
- zet de hoofdschakelaar op het systeem aan en breng de functieschakelaar
(3 - fig.1)in de stand ON.
De boiler start een automatsiche ontluchtingscyclus die ongeveer 2 minuten
duurt.
In deze fase lichten dr drie LEDs afwisselend op en is het symbool
op de display (fig. 22).
Gebruik van de boiler
De verwarming blijft in standby tot de brander ontsteekt na een vraag naar
warmte vanwege de beheerinrichting.
De indicatie-LED (1 - fig. 1), gesitueerd links op het paneel, licht op met een vast
groen licht om aan te geven dat de vlam aanwezig is.
De verwarming blijft werken tot de doeltemperatuur bereikt is; de vraag naar
warmte blijft actief en gaat daarna terug naar "standby".
In geval van een storing bij de start of de werking, voert de boiler een "VEILI-
GHEIDSSTOP" uit: de groene LED op het controlepaneel gaat uit, een foutcode
knippert op de display en een rode LED licht op in geval van een uitschakeling.
Om de foutcodes te identificeren en de boiler te resetten, raadpleeg het deel
over de symbolen en fouten.
Resetfunctie
Om de boiler te resetten, draai de functieschakelaar (3 - fig. 1) op
seconden en schakel dan over op de stand ON en controleer of de rode LED
uitgegaan is.
Nu start de boiler automatisch wanneer de correcte bedrijfscondities hersteld
zijn; Wanneer de brander oplicht, licht de led vast groen op en geeft de display
de huidige bedrijfstemperatuur weer.
Als de boiler nog steeds niet werkt, contacteer dan de plaatselijke Technische
Klantendienst.
4A UITSCHAKELING
Tijdelijke uitschakeling
In geval van korte afwezigheid zet u het besturingssysteem op UIT (OFF).
Op die manier (de elektriciteits- en brandstoftoevoer blijven actief ), is de boiler
beschermd door de volgende systemen:
- Vorstbeveiliging: Wanneer de temperatuur van het water in de boiler onder
de 5°C zakt, worden de circulator en, indien nodig, de brander geactiveerd
op een laag niveau om de temperatuur van het water terug te brengen tot
veiligheidswaarden (35°C). In deze antivorstcyclus verschijnt het symbool
(fig. 28) op de digitale monitor.
- Functie antiblokkering circulator: om de 24 uur wordt een bedrijfscyclus
geactiveerd.
Uitschakeling voor lange periodes
In geval van korte afwezigheid zet u het besturingssysteem op UIT (OFF).
Zet de hoofdschakelaar van het systeem op OFF.
Sluit de brandstof- en waterkranen van het verwarmingssysteem.
In dit geval wordt de vorstbeveiliging uitgeschakeld: draineer de systemen wan-
neer er kans op vorst is.
8
te zien
, wacht 5-6
Advertenties
Inhoudsopgave
