Inhoudsopgave
Advertenties
PROGRAMMEERPARAMETERS
De werking van de display kan verpersoonlijkt worden met de programmering
van drie parameters:
Parameter
Default Beschrijving
P0
0
Wissen alarmregisters
(0 = registers leeg / 1 = registers niet leeg)
P1
0
Onmiddellijke ingreep van het alarmregisterbeheer
(0 = uitgesteld beheer registers geactiveerd / 1 =
onmiddellijk beheer registers geactiveerd
P2
0
Niet veranderen
Wanner de knop P1 op de display (fig. 29) minstens 10 sec. ingedrukt gehouden
wordt, wordt de programmeerprocedure geactiveerd. De drie parameters met
hun respectievelijke waarden worden afwisselend getoond op de display (fig.
30). Om een parameterwaarde te wijzigen, druk nogmaals op de knop P1 wan-
neer de vereiste parameter weergegeven wordt en hou ingedrukt tot de waard
overschakelt van 0 op 1 of omgekeerd (ongeveer 2 seconden).
De programmeerprocedure wordt automatisch afgesloten na 5 minuten, of
wanneer de stroom uitvalt.
4.5 Configuratie van de boiler
Er is een reeks van jumpers (JPX) beschikbaar op het schakelbord voor de confi-
guratie van de boiler.
Om toegang te krijgen tot het bord, als volgt te werk gaan:
- zet de hoofdschakelaar van het systeem af
- draai de stelschroeven op de behuizing los, verplaats de basis van de behui-
zing naar voor en vervolgens naar boven om het los te haken van het chassis
- draai de stelschroeven (E) van het instrumentpaneel los (fig. 11)
- draai de schroeven (F - fig. 13) los om de afdekking van het klemmenbord te
verwijderen (230V).
JP1
IJking
JP2
Niet gebruiken
JP3
IJking (zie paragraaf over de "Afstellingen")
JP4
Niet gebruiken
JP5
Jumper invoeren
JP6
Niet gebruiken
JP7
Niet gebruiken
JP8
Jumper invoeren.
De boiler voorziet standaard de invoering van de jumpers JP5 en JP8.
4.6 Afstellingen
De boiler werd tijdens de productie al afgesteld door de fabrikant. Als opnieuw
afgesteld moet worden, bijvoorbeeld na een buitengewone onderhoudsbeurt,
vervanging van de galsklep, of omschakeling op een ander gas, worden de vol-
gende procedures opgevolgd.
De afstelling van de maximale en minimale output, en van de maximale en mini-
male verwarming en langzame inschakeling, moet verplicht in de aangegeven
sequentie plaatsvinden, en alleen door gekwalificeerd personeel uitgevoerd
worden:
- koppel de boiler los van de stroomvoeding
- koppel de OT-buskabel los van het besturingssysteem
- plaats de functieschakelaar op Onderhoud en draai hem volledig rechtsom
(fig. 26)
- draai de stelschroeven (E) van het instrumentpaneel los (fig. 11)
- hef en draai het instrumentpaneel naar u toe
- draai de stelschroeven op de afdekking (F) los om toegang te krijgen tot het
klemmenbord (fig. 13)
- voer de jumpers JP1 en JP3 in (fig. 32)
- schakel de boiler in.
De drie LEDs op het instrumentenpaneel knipperen tegelijk en op de display is
"ADJ" te zien gedurende ongeveer 4 seconden.
Pas de volgende parameters aan:
1 - Absoluut maximum
2 - Minimum
3 - Maximum verwarming
4 - Langzame inschakeling
als volgt:
- regel de schakelaar voor de verwarmingstemperatuur van het water op de
vereiste waarde
- druk op de knop CO (fig. 23) en ijk de volgende parameter.
Elektrische onderdelen die onder spanning staan (230 V AC).
De volgende pictogram licht op op de monitor:
1.
tijdens ijking absoluut maximum
2.
tijdens ijking minimum
3.
tijdens ijking maximum verwarming
4.
tijdens ijking langzame inschakeling
Beëindig de procedure door de jumpers JP1 en JP3 te verwijderen om deze
waarden op te slagen in het geheugen.
De functie kan op elk moment beëindigd worden zonder de ingestelde waarden
op te slagen in het geheuren en de originele waarden in stand te houden, als
volgt:
- verwijder de jumpers JP1 en JP3 vooraleer de 4 parameters ingesteld zijn
- plaats de functieschakelaar op
- onderbreek de stroomtoevoer 15 minuten na de aansluiting.
De ijking kan plaatsvinden zonder de boiler aan te zetten.
Door aan de functieknop te draaien, toont de monitor automatisch het
aantal rotaties, uitgedrukt in honderdsten (vb. 25 = 2.500 rpm).
De functie voor de weergave van de instelparameters wordt geactiveerd met
de functieschakelaar in de stand ON, door te drukken op de CO-knop op het
circuitpaneel, met of zonder vraag naar warmte.
Deze functie kan niet geactiveerd worden wanneer de externe regeling aange-
sloten is.
Bij activering van de functie worden de parameters weergegeven in de onder-
staande volgorde, elk 2 seconden lang. Elke parameter wordt weergegeven sa-
men met zijn overeenkomstige pictogram en draaisnelheid van de ventilator,
weergegeven in honderdsten
1. Absoluut Maximum
2. Minimum
3. Max. verwarming
4. Langzame ontsteking
5. Max. vooringestelde verwarming
Na de afstellingsprocedure koppelt u de ketel los van de voeding. Sluit de OT-
buskabel terug aan op het besturingssysteem en sluit de ketel terug aan op de
voeding.
IJKING GASKLEP
- Koppel de ketel los van de voeding
- Koppel de OT-buskabel los van het besturingssysteem
- Koppel de boiler aan de stroomvoeding
- Open de gaskraan
- Plaats de functieschakelaar (3 - fig. 1) op
- Draai de schroeven (E - fig. 11) los, verwijder de behuizing en verlaag het in-
strumentenpaneel naar u toe
- Draai de stelschroeven op de afdekking (F) los om toegang te krijgen tot het
klemmenbord (fig. 13)
- Druk op de CO-knop (fig. 23).
Elektrische onderdelen die onder spanning staan (230 V AC).
- Wacht op de ontsteking van de brander.
De display toont "ACO" en de gele LED knippert. De boiler werkt aan maximaal
vermogen.
De functie "verbrandingsanalyse" blijft beperkte tijd aanwezig (15 min); wan-
neer een afgiftetemperatuur van 90°C bereikt is, wordt de brander uitgescha-
keld. De brander schakelt weer in wanneer de temperatuur onder de 78°C
zakt.
- Voer de analysesonde in de poorten voorzien in de luchtverdeelkast, na de
schroeven van de afdekking verwijderd te hebben (fig. 33)
- Druk een tweede keer op de knop "verbrandingsanalyse" om het aantal rota-
ties te bereiken dat overeenkomt met de maximale uitgang voor huishoude-
lijk warm water (tabel 1); de gele LED blijft knipperen terwijl de rode LED vast
brandt
-klep: (tabel 3) als de waarde niet overeenkomt met de waar-
- Controleer de CO
2
de gegeven in de tabel, gebruik de max. regelschroef van de gasklep (fig. 31)
- Druk een derde keer op de knop "verbrandingsanalyse" om het aantal rotaties
te bereiken dat overeenkomt met de minimale uitgang (tabel 2); de gele LED
blijft knipperen terwijl de groene LED vast brandt
- Controleer de CO
-klep: (tabel 4) als de waarde niet overeenkomt met de waar-
2
de gegeven in de tabel, gebruik de min. regelschroef van de gasklep (fig. 31)
- Om de functie "verbrandingsanalyse" te verlaten, draai aan de regelknop
- Verwijder de rookgassonde en herplaats de stekker
- Sluit het instrumentpaneel en herplaats de behuizing.
De functie "verbrandingsanalyse" wordt automatisch uitgeschakeld wanneer het
paneel een alarm inschakelt. Wanneer zich een fout voordoet tijdens de cyclus
van de verbrandingsanalyse, moet de resetprocedure uitgevoerd worden.
Na de ijking van het gasventiel koppelt u de ketel los van de voeding. Sluit de
OT-buskabel terug aan op het besturingssysteem en sluit de ketel terug aan op
de voeding.
tabel 1
MAXIMAAL AANTAL
ROTATIES VENTILATOR
Verwarming
6
(OFF)
(OFF) (monitor uit)
VLOEIBAAR
G25
GAS (G31)
48
47
rpm
Advertenties
Inhoudsopgave
