Inhoudsopgave
Advertenties
tabel 2
MINIMAAL AANTAL ROTATIES
VENTILATOR
tabel 3
Max. CO
2
tabel 4
Min. CO
2
tabel 5
LANGZAME ONTSTEKING
4.7 Gasomschakeling (fig. 34)
Omschakeling van de gas van een familie op de gas van een andere familie kan
makkelijk gebeuren, ook wanneer de boiler al geïnstalleerd is.
Alleen professioneel gekwalificeerd personeel mag dit doen.
De boiler is ontworpen om te werken met methaangas (G25) volgens de pro-
ductlabel.
Het is mogelijk de boiler om te schakelen op een ander gas, aan de hand van de
speciale kit.
Voor het deassembleren, raadpleeg de instructies hieronder:
- verwijder de voeding van de boiler en sluit de gaskraan
- verwijder de behuizing
- verwijder de gasleiding (A) - fig. 34
- verwijder het mondstuk (B) - fig. 34 - bevat in het gassysteem en vervang het
door de geleverde
- herassembleer het gassysteem
- schakel de boiler weer in en zet de gaskraan open
De omschakeling mag alleen door gekwalificeerd personeel uitge-
voerd worden.
Na de omschakeling moet de boiler weer afgesteld worden (zie het
deel "Afstellingen") en pas de nieuwe identificatielabel toe die in de
kit zit.
4.8 Controle van de verbrandingsparamerers
(functie schoorsteenveger)
Om de verbranding te analyseren, als volgt te werk gaan:
- koppel de ketel los van de voeding
- koppel de OT-buskabel los van het besturingssysteem
- sluit de ketel aan op de voeding
- draai de functieschakelaar in de stand OFF
- draai de schakelaar van de schoorsteenvegerfunctie van de stand
stand (fig. 25)
.
Elektrische onderdelen die onder spanning staan (230 V AC).
- Wacht tot de brander ontstoken is (ongeveer 6 seconden). De display toont
"ACO" en de gele LED knippert en de boiler werkt aan het maximumvermo-
gen.
- voer de analysesonde in de poorten voorzien in de luchtverdeelkast, na de
schroeven van de afdekking verwijderd te hebben (fig. 33)
- controleer of de CO2-waarden overeenkomen met de waarden gegeven in de
tabel; als de waarde verschillend is, verander die dan zoals aangegeven in het
hoofdstuk "IJking gasklep".
- controleer de verbranding.
Na de verbrandingsanalyse koppelt u de ketel los van de voeding. Sluit de OT-
buskabel terug aan op het besturingssysteem en sluit de ketel terug aan op de
voeding.
Vervolgens:
- verwijder de analysesonde en sluit de fittingen voor de verbrandingsanalyse
met de speciale schroef
De sonde voor de rookgasanalyse moet volledig ingevoerd worden,
zo ver mogelijk.
BELANGRIJK
- Zelfs tijdens de analyse van de verbranding blijft de functie die de boiler
uitschakelt wanneer de temperatuur van het water de bovengrens bereikt
(ongeveer 90°C) ingeschakeld.
- De functie voor de analyse van de verbranding blijft 15 minuten actief; het is
mogelijk de analyse eerder te onderbreken door de schakelaar van de schoor-
steenveger in de stand
te brengen.
G25
VLOEIBAAR
GAS (G31)
14
14
rpm
G25
VLOEIBAAR
GAS (G31)
8,8
10
%
G25
VLOEIBAAR
GAS (G31)
8,8
10
%
G25
VLOEIBAAR
GAS (G31)
8,8
10
rpm
in de
5 ONDERHOUD
Om borg te staan voor de eigenschappen van het product en om de efficiëntie
in stand te houden en te voldoen aan de huidige voorschriften, is het noodza-
kelijk het apparaat op regelmatige tijdstippen het apparaat terug te sturen voor
systematische controles.
Tijdens het onderhoud moeten de instructies in het hoofdstuk "Waarschuwin-
gen en veiligheid" waargenomen worden.
Zet het apparaat uit voor het onderhoud van de structuur vlakbij de rookga-
safvoeraansluitingen of -inrichtingen en hun accessoires. Na de interventies
moet een gekwalificeerd technicus controleren of de leidingen en de inrichtin-
gen correct functioneren.
BELANGRIJK: vooraleer te reinigen of onderhoud te plegen, gebruik de schake-
laar van het apparaat en het systeem om de voeding te onderbreken en sluit de
gastoevoer door de kraan op de boiler te sluiten.
Routineonderhoud
Dit houdt normaal gezien de volgende taken in:
- oxidatie verwijderen van de brander;
- slak van de warmtewisselaar verwijderen;
- residuen verwijderen van de condensafvoerleiding;
- de draineerleidingen controleren en reinigen;
- het externe uitzicht van de boiler controleren;
- de ontsteking, de uitschakeling en de werking van het apparaat controleren,
zowel voor de productie van warm water als voor de verwarming;
- de dichting van de koppelingen en leidingen voor gas en water controleren;
- het gas verbruik controleren bij maximaal en minimaal vermogen;
- de positie controleren van de ontsteking-vlamdetectiezekering;
- de veiligheidsvoorziening in geval van gasstoringen controleren.
Maak het apparaat of de onderdelen ervan niet schoon met makkelijk ontvlam-
bare stoffen (vb. benzine, alcohol, enz.).
Maak de panelen, geverfde delen of plastic delen niet schoon met verfverdun-
ner.
De panelen moeten schoongemaakt worden met uitsluitend zeepsop.
Buitengewoon onderhoud
Deze handelingen herstellen de werking van het apparaat conform het ontwerp
en de voorschriften - vb. na de reparatie van een accidentele fout.
Normaal gezien betekent dit:
- vervanging
- reparatie
- onderhoud van de componenten
Deze handelingen vergen speciale middelen, uitrustingen en gereedschap.
In de eerste installatiefase of in geval van buitengewoon onderhoud,
wordt aangeraden de procedure te activeren om het verwarmingscircuit
en de boiler te ontluchten (zie de relevante paragraaf ).
6 SERIENUMMER
Verwarming
Qn
Nominale warmteafgifte
Qm
Minimum capacity
Pn
Nominale warmteuitgang
IP
Beschermingsgraad
Pms
Maximale verwarmingsdruk
T
Temperatuur
NOx
NOx-klasse
Condensing boiler
Caldera de condensación
Brennwertkessel
Chaudiere a condensation
Caldaia a condensazione
Kocioł kondensacyjny
Serial N.
NOx:
230 V ~ 50 Hz
W
IPX5D
Pms =
bar T=
°C
7
Qn
Qm
80-60 °C
80-60 °C
50-30 °C
Qn (Hi) =
kW
kW
kW
kW
Pn =
Qn
kW
Advertenties
Inhoudsopgave
