We raden aan het overeenkomstige NIBE-rookgassen te gebruiken. Deze voldoen
aan alle vereisten en zijn ook voorzien van speciale zuurbestendige afdichtingen.
MOGELIJKE UITGANGSCONFIGURATIES (FIG. 21)
B23P/B53P Aanzuiging binnen en afvoer buiten
C13-C13x Afvoer via concentrische muuruitgang. De leidingen kunnen de boi-
ler onafhankelijk verlaten, maar de uitgangen moeten concentrisch zijn of vol-
doende dicht bij elkaar liggen om onderworpen te worden aan gelijkaardige
windcondities (binnen de 50 cm)
C23 Afvoer via concentrische uitgang in gemeenschappelijke rookbuis (aanzui-
ging en afvoer in dezelfde buis)
C33-C33x Afvoer via concentrische uitgang op het dak. Uitgangen volgens C13
C43-C43x Afvoer en aanzuiging in aparte gemeenschappelijke rookbuizen,
maar onderworpen aan gelijkardige windcondities
C53-C53x Gescheiden afvoer- en aanzuiglijnen in de muur of op het dak en in
zones met verschillende drukwaarden. De afvoer- en aanzuiglijnen mogen zich
nooit in tegenoverliggende muren bevinden
C63-C63x De afvoer- en aanzuiglijnen maken gebruik van buizen die apart ge-
markeerd en gecertificeerd zijn (1856/1)
C83-C83x Afvoer via enkele of gemeenschappelijke rookbuis en aanzuiglijn in
de muur
C93-C93x Afvoer op het dak (gelijkaardig aan C33) en luchtaanzuiging van een
enkele bestaande rookbuis
"GEDWONGEN OPEN" INSTALLATIE (TYPE B23P/B53P)
Rookgasafvoerbuis ø 80 mm (fig. 17)
De rookgasafvoerbuis kan gericht worden in de meest geschikte richting, naar-
gelang de installatievereisten. Voor de installatie moeten de instructies geleverd
met de kit opgevolgd worden.
In deze configuratie is de boiler aangesloten op de rookgasafvoerbuis (ø 80 mm)
via een adapter (ø 60-80 mm).
In dit geval wordt de verbrandingslucht opgenomen uit de ruimte waarin
de boiler geïnstalleerd is (dit moet een geschikte technische ruimte met
een toereikende ventilatie zijn).
Rookgasafvoerbuizen die niet geïsoleerd zijn, zijn mogelijke bronnen
van gevaar.
Schik de rokgasafvoerbuis zodanig dat het 3° afhelt naar de boiler toe.
De boiler past de ontluchting automatisch aan het type van installatie
en de lengte van de leiding aan.
maximale lengte rookgasafvoerbuis ø 80 mm
115 m
*"Recht tuk" betekent zonder bochten, drainagestukken of verbindingen.
"VERZEGELDE" INSTALLATIE (TYPE C)
De boiler moet aangesloten worden op concentrische of dubbele rookgasafvo-
erbuizen en luchtaanzuigleidingen, die beiden naar buiten gericht zijn. De boi-
ler mag niet zonder functioneren.
Concentrische buizen (ø 60 -100 mm) (fig. 18)
De concentrische buizen kunnen geplaatst worden in de meest aangewezen
richting voor de installatievereisten, conform de maximale lengtes aangegeven
in de tabel.
Schik de rokgasafvoerbuis zodanig dat het 3° afhelt naar de boiler toe.
Niet-geïsoleerde buizen kunen gevaarlijk zijn.
De boiler past de ontluchting automatisch aan het type van installatie
en de lengte van de leiding aan.
De aanzuigleiding van de verbrandingslucht mag op geen enkele manier
verstopt of gekneld worden.
Voor de installatie moeten de instructies geleverd met de kit opgevolgd worden.
Horizontaal
recht stuk *
concentrische buis ø 60-100 mm
7,8 m
*"Recht tuk" betekent zonder bochten, drainagestukken of verbindingen.
Verticaal
recht stuk *
concentrische buis ø 60-100 mm
8,8 m
*"Recht tuk" betekent zonder bochten, drainagestukken of verbindingen.
Concentrische buizen (ø 80-125)
Voor deze configuratie moet de speciale adapterkit gemonteerd worden. De
concentrische buizen kunnen gericht worden in de richting die het meest aan-
gewezen is voor de installatievereisten. Voor de installatie moeten de instructies
geleverd met de condensboilerkits opgevolgd worden.
recht stuk
concentrische buis ø 80-125 mm
14,85 m
*"Recht tuk" betekent zonder bochten, drainagestukken of verbindingen.
Dubbele buizen (ø 80 mm) (fig. 19)
De dubbele buizen kunnen in de richting gebracht worden die het meest aan-
gewezen is voor de installatievereisten.
Voor de installatie moeten de instructies geleverd met de specifieke accessoire-
kit voor condensboilers opgevolgd worden.
4 OPSTARTEN EN WERKING
drukval
De NIBE GBM 10-15 muurcondensboiler is ontworpen voor de productie van
45°-bocht
90°-bocht
warm water voor gesloten tanks
1 m
1,5 m
Het controlepaneel (fig. 1) bevat de hoofdbedieningen van de boiler.
De input naar de verwarmer is een aan-uit-signaal en de doeltemperatuur van
de stroom van de verwarmer die kan worden gewijzigd door het beheertoestel
(OPT 10).
De reset van de alarmen moet rechtstreeks gebeuren op het controlepaneel van
de verwarming door de hoofdschakelaar et draaien zoals beschreven in het re-
latieve deel.
4.1 Het apparaat inschakelen
Schakel de boiler in als volgt:
- open de gaskraan onder de verwarming door het linsom te draaien
- open de waterkranen tussen de verwarming en de tank
- zet de hoofdschakelaar op het systeem aan en breng de functieschakelaar in
De boiler start een automatsiche ontluchtingscyclus die ongeveer 2 minuten duurt.
drukval
In deze fase lichten de drie LEDs afwisselend op en is het symbool
45°-bocht
90°-bocht
op de display (fig. 22).
1,3 m
1,6 m
Gebruik van de boiler
De verwarming blijft in standby tot de brander ontsteekt na een vraag naar
warmte vanwege de beheerinrichting.
De indicatie-LED (1 - fig. 1), gesitueerd links op het paneel, licht op met een vast
drukval
groen licht om aan te geven dat de vlam aanwezig is.
45°-bocht
90°-bocht
De verwarming blijft werken tot de doeltemperatuur - fig. 24 - bereikt is; de vra-
1,3 m
1,6 m
ag naar warmte blijft actief en gaat daarna terug naar "standby".
In geval van een storing bij de start of de werking, voert de boiler een "VEILI-
GHEIDSSTOP" uit: de groene LED op het controlepaneel gaat uit, een foutcode
knippert op de display en een rode LED (fig. 27) licht op in geval van een uitscha-
keling.
Om de foutcodes te identificeren en de boiler te resetten, raadpleeg het deel
over de symbolen en fouten.
Resetfunctie
drukval
Om de boiler te resetten, draai de functieschakelaar (3 - fig. 1) op
45°-bocht
90°-bocht
seconden en schakel dan over op de stand ON en controleer of de rode LED
uitgegaan is (fig. 27).
1,0 m
1,5 m
4
Schik de rokgasafvoerbuis zodanig dat het 3° afhelt naar de boiler toe.
De boiler past de ontluchting automatisch aan het type van installatie
en de lengte van de buizen aan. De buizen mogen geenszins verstopt
of gekneld worden.
Raadpleeg de grafieken voor de maximale lengte van elke buis.
Het gebruik van langere buizen reduceert het rendement van de boiler.
maximale lengte recht stuk
dubbele buizen ø 80 mm
70+70 m
*"Recht tuk" betekent zonder bochten, drainagestukken of verbindingen.
130
120
110
100
90
80
70
60
50
40
30
20
10
0
0
10
20
30
40
50
60
Lengte aanzuigbuis (m)
De verwarmer dient te worden gestuurd door het beheertoestel
(OPT 10) door middel van het OT-busstuurcontact.
Het apparaat is bij levering klaar om aangesloten te worden op de
beheerinrichting; als deze kabel niet aangesloten is, kan de verwarm-
ing derhalve niet ingeschakeld worden.
Wanneer de kabel aangesloten is op de verwarming, wordt de beheerin-
richting de master-regeling voor de status on en off van de verwarming.
de stand ON.
drukval
45°-bocht
1,0 m
70
80
90
100
110
120
130
140
Lunghezza tubo aspirazione aria (m)
90°-bocht
1,5 m
150
160
170
te zien
, wacht 5-6