Papier en transparenten laden
a
Laad papier met de linkerrand van de stapel tegen de stapelhoogtebegrenzing aangedrukt
en met de aanbevolen afdrukzijde naar boven.
b
Ga door met
Enveloppen laden
a
Laad enveloppen met de klepzijde omlaag en met de ruimte voor de postzegel en de
klepzijde aan de linkerzijde. De kant van de envelop waar de postzegel moet worden
geplakt, moet als eerste in de universeellader worden ingevoerd.
W
:
Gebruik geen enveloppen met postzegels, klemmetjes, drukkers, vensters,
AARSCHUWING
bedrukte binnenzijde of zelfklevende sluitingen. Het gebruik van deze enveloppen
kan de printer ernstig beschadigen.
Opmerking: Als enveloppen vastlopen tijdens het afdrukken, probeer dan minder enveloppen
te laden.
b
Ga door met
stap
7.
stap
7.
44