Functie van de uitbreiding SystaComfort Heat
3.2 Tijdprogramma's
Verwarmingstijdprogramma
• Er zijn drie instelbare weekprogramma's voor het ver-
warmingscircuit met maximaal 8 schakelpunten per
dag of dagblok.
• Voor ieder schakelpunt kan een van de drie niveaus
voor de gewenste ruimtetemperatuur worden inge-
steld: Verwarmen, Comfort of Verlaagd.
• Elk van de drie verwarmingstijdprogramma's kan op
de standaardwaarden worden teruggezet.
• Via de bedrijfsmodus Auto programma 1/2/3 wordt
gekozen welk van de drie weekprogramma's
voor de verwarmingscircuitregeling gebruikt wordt.
3.3 Vakantieprogramma
• Ingesteld worden het begin en het einde van de
vakantietijd.
• Vanaf het begin van de vakantie om 0:00 uur tot het
einde van de vakantie om 23:59 uur bevindt het ver-
warmingscircuit zich in verlaagd bedrijf.
3.4 Bedrijfsmodus Extern verlaagd
• Als de retoursensor van een verwarmingscircuit door
een schakelcontact wordt kortgesloten, schakelt dit
verwarmingscircuit om naar de bedrijfsmodus Perma-
nent verlaagd. Deze bedrijfsmodus komt overeen met
de instelbare bedrijfsmodus Permanent verlaagd.
• Hierdoor is het mogelijk om het verwarmingscircuit
door middel van een schakelinrichting te beïnvloe-
den.
3.5 Verwarmingscircuitregeling
3.5.1 Berekening van de gewenste aanvoertemperatuur
• De gewenste aanvoertemperatuur van het verwar-
mingscircuit wordt afhankelijk van de buitentempera-
tuur en met behulp van de ingestelde verwarming-
scurve bepaald.
• De verwarmingscurve resulteert uit het ingestelde
voetpunt en de ingestelde steilheid.
• De gewenste aanvoertemperatuur wordt door de
ingestelde maximale aanvoertemperatuur begrensd.
• De ingestelde verwarmingscurve levert de gewenste
aanvoertemperatuur voor een gewenste ruimtetem-
peratuur van 20 °C. Een hogere of lagere gewenste
ruimtetemperatuur verschuift de verwarmingscurve
van boven of naar beneden.
1,6 1,8 2,0
2,2
2,4
1,4
1,2
1,0
0,8
0,6
0,4
0,2
-20 -15 -10
-5
Außentemperatur (C)
© by Ritter Energie- und Umwelttechnik GmbH & Co. KG. Technische wijzigingen voorbehouden.
90
80
Maximale
Vorlauftemperatur
70
60
50
25 C
40
Fuß-
punkt
30
Sollwert Raum-
15 C
temperatur
20
10
0
5
10
15
20
3.5.2 In- en uitschakelen van het verwarmingscircuit
• De pomp van het verwarmingscircuit wordt inge-
schakeld als de buitentemperatuur met meer dan 3 K
onder de actuele verwarmingsgrens daalt. De pomp
van het verwarmingscircuit wordt met een nalooptijd
van 5 minuten uitgeschakeld als de buitentemperatu-
ur tot boven de actuele verwarmingsgrens stijgt.
• De actuele verwarmingsgrens is de ingestelde "Ver-
warmingsgrens verwarmingsbedrijf" in de bedrijfsmo-
dus Automatisch comfort, Automatisch verwarmen,
Permanent comfort, Permanent verwarmen of Party.
• Voor de bedrijfsmodus Automatisch verlaagd, Per-
manent verlaagd, Extern verlaagd en Vakantie is de
actuele verwarmingsgrens de ingestelde "Verwar-
mingsgrens verlaagd".
• Als de buitentemperatuur in de bedrijfsmodus Uit of
Zomer tot onder de ingestelde buitentemperatuur
van de vorstbeveiliging daalt, treedt de pomp van het
verwarmingscircuit in werking. Het verwarmingscir-
cuit zorgt ervoor dat de regeling op een gewenste
ruimtetemperatuur van 5 °C wordt geregeld. Als de
buitentemperatuur met meer dan 3 K boven de bui-
tentemperatuur van de vorstbeveiliging stijgt, wordt
de pomp van het verwarmingscircuit met een nalo-
optijd van 5 minuten weer uitgeschakeld.
3.6 Differentiatietijd bij verwarmingsbegin
• In het verwarmingstijdprogramma geeft u aan op
welk tijdstip welke ruimtetemperatuur moet worden
bereikt.
• De regeling berekent aan de hand van buitentempe-
ratuur en de ingestelde differentiatietijd wanneer de
verwarmingsinstallatie in werking dient te treden,
zodat de ruimtetemperatuur op het gewenste tijdstip
bereikt wordt.
3.7 Ketelverhoging
• Bij de berekende gewenste waarde voor de
aanvoertemperatuur van het verwarmingscircuit kan
nog een offset, de verhoging van de ketel, worden
opgeteld. Deze waarde levert dan de gewenste ketel-
waarde voor het verwarmingsbedrijf.
3.8 Toerentalregeling van de pomp van het verwar-
mingscircuit
• Het toerental van de pomp van het verwarmingscir-
cuit wordt geregeld om het debiet in het verwarming-
scircuit aan de actuele warmtebehoefte aan te pas-
sen.
• Hierdoor is de retourtemperatuur zo laag mogelijk en
heeft het effect van de verbrandingswaarde een
hoog rendement. Bovendien valt het stroomverbruik
van de pomp van het verwarmingscircuit lager uit.
• Bij lage gewenste waarden voor de aanvoertempera-
tuur wordt het toerental van de pomp van het ver-
warmingscircuit verlaagd, bij hoge gewenste waar-
den verhoogd.
• Bovendien wordt rekening gehouden met de afwi-
THNL2049 V 1.1 04/13
5