Inbedrijfstelling en bediening van de verwarmingsregelaar
Toegangscode
invoeren
0
Max . aanvoer-
temp .
70˚C
Attentie!
Deze functie is geen veiligheidsfunctie en vervangt niet de klemthermostaat bij een vloerverwar-
ming!
Verw . grens
bedrijf
20˚C
Verw . grens
verlaagd
10˚C
Vorstbeveiliging
Buitentemp .
2˚C
Attentie!
Als voor de buitentemperatuur van de vorstbeveiliging een waarde kleiner dan 2 °C wordt inge-
steld, bestaat gevaar voor vorstschade.
Anticipeertijd
Opwarmen
120min
Verhoging
ketel
0 K
Spreiding verw .
circuit
20 K
Min . toerental
Pomp PHK
100 %
Attentie!
Bij een elektronische pomp (bijv. Grundfoss Alpha) moet het minimale toerental van de
pomp van het verwarmingscircuit op 100 % ingesteld worden, aangezien de pomp anders niet in
werking treedt.
12
THNL2049 V 1.1 04/13
Voer in het instelvenster Toegangscode met de toets
blader met de toets
naar het volgende instelvenster.
Maximale aanvoertemperatuur van het verwarmingscircuit.
Als de buitentemperatuur in verwarmingsbedrijf deze verwarmingsgrens over-
schrijdt, wordt het verwarmingscircuit uitgeschakeld. Als de buitentemperatuur met
meer dan 3 K tot onder deze verwarmingsgrens daalt, treedt het verwarmingscircuit
weer in werking.
Als de buitentemperatuur in verlaagd bedrijf deze verwarmingsgrens overschrijdt,
wordt het verwarmingscircuit uitgeschakeld. Als de buitentemperatuur met meer
dan 3 K tot onder deze verwarmingsgrens daalt, wordt het verwarmingscircuit weer
ingeschakeld.
Als de buitentemperatuur tijdens de bedrijfsmodus Zomer of Uit tot onder de
hier ingestelde buitentemperatuur van de vorstbeveiliging daalt, treedt het ver-
warmingscircuit met een
gewenste ruimtetemperatuur van 5°C in werking. Als de buitentemperatuur deze
waarde met 3 K overschrijdt, wordt het verwarmingscircuit weer uitgeschakeld.
Afhankelijk van de buitentemperatuur en de hier ingestelde differentatietijd bij het
Opwarmen wordt het verwarmingsbegin zodanig naar voren verplaatst dat de
gewenste ruimtetemperatuur op het in het verwarmingstijdprogramma ingestelde
tijdstip wordt bereikt.
De hier als Verhoging ketel ingestelde waarde wordt bij de gewenste aanvoertem-
peratuur van het verwarmingscircuit opgeteld; het resultaat is de gewenste ketel-
waarde voor het verwarmingsbedrijf.
De temperatuurspreiding tussen aanvoer en retour van het verwarmingscircuit wordt
met de hier ingestelde gewenste spreiding van het verwarmingscircuit vergele-
ken. Het toerental van de pomp van het verwarmingscircuit wordt dienovereenkom-
stig gecorrigeerd.
Minimaal toerental van de pomp van het verwarmingscircuit. Het toerental van de
pomp van het verwarmingscircuit kan niet kleiner worden dan de hier ingestelde
waarde.
© by Ritter Energie- und Umwelttechnik GmbH & Co. KG. Technische wijzigingen voorbehouden.
de code 12 in en