Ruimtestation
DO. 21. A UG. ;
03
20.
16: 3
6
¾ ¾
Â
comfortmatic
®
Montageplaats
a – bij gebruik zonder ruimtevoeler
Voorzover de interne ruimtevoeler niet
geactiveerd hoeft te worden kan het
apparaat op elke willekeurige plek
binnen gemonteerd worden.
b – bij gebruik met ruimtevoeler
Bij geactiveerde ruimtevoeler moet het
apparaat op een hoogte van ca. 1,20–
1,50 m op een neutrale, d.w.z. voor
alle ruimtes representatieve meet-
plaats aangebracht worden. Het is
praktisch om hiervoor een tussenmuur
van de koelste dagverblijfruimte te
kiezen.
Om
luchtcirculatie aan het ruimtestation te
kunnen
garanderen
hangend aan de muur gemonteerd
worden.
Het
apparaat
mag
worden:
– op plaatsen met rechtstreeks invallend
zonlicht (rekening houden met de
zonnestand in de winter).
– in de buurt van apparaten die externe
warmte opwekken, zoals televisie-
toestellen, koelkasten, wandlampen,
radiators enz.
® ®
T T
comfortmatic
°C
T
een
toereikende
moet
dit
niet
gemonteerd
– aan muren waarachter verwarmings-
resp. warmwaterbuizen of verwarmde
schoorstenen lopen.
– aan ongeïsoleerde buitenmuren.
– in hoeken of nissen, rekken of achter
gordijnen (onvoldoende luchtcircula-
tie).
– in
de
onverwarmde ruimtes (invloed van
externe koude).
– op
contactdozen (invloed van externe
koude door schoorsteeneffect in de
installatiebuizen).
in ruimtes waar de radiators geregeld
–
worden
(wederzijdse beïnvloeding).
Montage
Na het losmaken van het bovendeel door
op de arrêteerneus te drukken kan de
wandaansluitsokkel eraf genomen en op
de plaats van montage met de meege-
leverde schroeven en pluggen bevestigd
worden. De databusleiding moet hierbij
door de onderste opening geleid worden.
Aanbevolen aansluitkabel:
J-Y(ST)Y 2x0.6, max. kabellengte: 100 m.
Aanwijzing: Bij nieuwe installaties moet
vrij
F
arrêteerneus
9
buurt
van
deuren
niet
afgedichte
met
thermostaatkleppen
voor een foutloze kabelinvoer
een ingelaten schakelaarcon-
tactdoos voorzien worden.
naar
ingelaten