Toebehoren
Buitenvoeler AF
Montageplaats
De buitenvoeler moet op ongeveer een derde
van
de
hoogte
(minimumafstand tot de grond 2 m) aan de
koudste kant van het gebouw (noord resp.
noord-oost) worden aangebracht.
Uitzondering:
Als
verblijfruimte in een andere
richting ligt, dan moet die
kant
gekozen worden.
Bij de montage moet rekening worden
gehouden met externe warmtebronnen, die
de meetwaarde aanzienlijk kunnen vervalsen
(verwarmde schoorstenen, warme lucht uit
luchtkokers,
montage
oppervlakken,
koudebruggen
metselwerk enz.). De kabeluitvoer moet altijd
naar beneden gericht zijn om te vermijden dat
er vocht binnendringt.
Elektrische aansluiting
Voor de elektrische installatie moet bij
voorkeur een 2-aderige kabel met een
minimumdiameter
worden. De aansluiting gebeurt aan de beide
schroefklemmen in de voelerbehuizing en is
verwisselbaar.
Montage
1– Voelerkabel installeren tot aan de plaats
van montage.
2– Dekselschroeven van de voelerbehuizing
losdraaien en het deksel verwijderen.
3– Onderste deel van de voeler monteren
met de meegeleverde centrale beves-
tigingsschroeven.
Dichtingsschijf
moet naar beneden gericht zijn.
4– Voelerkabel
zo
kabelmantel
is
dichtingslip.
buitenvoeler AF 200
van
het
gebouw
de
geprefereerde
van
het
gebouw
op
zwarte
in
2
van
1mm
gebruikt
gebruiken!
Kabelinvoer
invoeren
dat
omsloten
door
5– Elektrische
aansluitingen zijn verwisselbaar.
6– Deksel aanbrengen en stevig vastschroe-
ven met het onderste deel. Let op een
juiste zitting van de dichtingsring.
Dompelvoeler KVT
Uitvoeringen:
KVT 20/2/6
Toepassing:
KVT 20/5/6
Toepassing:
het
Montageplaats:
In
de
betreffende toepassing.
Montage in de warmteopwekker/ketel
Aandrukveer naar de voelerpunt toe om-
buigen en voeler samen met de voelers van
de
keteltemperatuurregelaar
veiligheidstemperatuurbegrenzer (RGAB) en
de
keteltemperatuurindicatie
dompelhuls
gebruiken.
Montage in WW- resp. bufferreservoirs
Aandrukveer ombuigen tot aan de voelerpunt
en de voeler volgens de instructie van de
fabrikant inbrengen in de droge dompelhuls
van het betreffende reservoir.
Elektrische aansluiting
Voeler aansluiten aan de bijhorende aan-
sluitklemmen van de betreffende regel-
de
eenheid (zie bijhorend aansluitdiagram). De
de
tweedraads aansluiting is verwisselbaar.
12
aansluiting
dompelvoeler KVT 20
Kabellengte 2 m
Warmteopwekker-/ketelvoeler,
warmwatervoeler
geïntegreerde
reservoirs),
enz.
Kabellengte 5 m
Warmwatervoeler
secundaire waterverwarmers,
bufferreservoirs),
collectorterugloopvoeler enz.
voorziene
dompelhuls
schuiven.
Evt.
maken.
De
(bij
WW-
terugloopvoeler
(voor
van
de
(KTR),
de
in
de
aandrukplaat