Selecteer het pictogram Zoeken op de taakbalk, typ locatie in het zoekvak, selecteer
▲
Privacyinstellingen voor locatie en selecteer vervolgens een instelling.
Bluetooth-apparaten voor draadloze communicatie gebruiken (alleen bepaalde
producten)
Een Bluetooth-apparaat biedt draadloze communicatie binnen klein bereik, ter vervanging van fysieke
kabelverbindingen waarmee elektronische apparaten vroeger werden aangesloten.
Computers (desktopcomputer, notebookcomputer)
●
Telefoons (mobiele telefoon, draadloze telefoon, smartphone)
●
Weergaveapparaten (printer, camera)
●
Audioapparaten (headset, luidsprekers)
●
Muis
●
Extern toetsenbord
●
Bluetooth-apparaten aansluiten
Voordat u een Bluetooth-apparaat kunt gebruiken, moet u een Bluetooth-verbinding tot stand brengen.
1.
Selecteer het pictogram Zoeken op de taakbalk, typ bluetooth in het zoekvak en selecteer Bluetooth-
en andere apparaatinstellingen.
2.
Schakel Bluetooth in als dat nog niet is gebeurd.
3.
Selecteer Bluetooth- of ander apparaat toevoegen en selecteer Bluetooth in het dialoogvenster Een
apparaat toevoegen.
4.
Selecteer uw apparaat in de lijst en volg de aanwijzingen op het scherm.
OPMERKING:
apparaat dat u toevoegt de instructies op het scherm om te controleren of de code op uw apparaat
overeenkomt met de koppelingscode. Raadpleeg voor meer informatie de documentatie die bij het apparaat
is meegeleverd.
OPMERKING:
in de lijst. Sommige apparaten hebben mogelijk aanvullende vereisten; raadpleeg de documentatie die bij
het apparaat is meegeleverd.
Verbinding maken met een bekabeld netwerk (LAN) (alleen
bepaalde producten)
Gebruik een LAN-verbinding als u de computer direct wilt aansluiten op een router in uw woning (in plaats van
draadloos werken) of als u verbinding wilt maken met een bestaand netwerk op uw kantoor.
Als de computer geen RJ-45-netwerkpoort heeft, hebt u een netwerkkabel nodig en een netwerkconnector of
optioneel dockingstation of uitbreidingsproduct om verbinding te maken met een LAN.
Ga als volgt te werk om de netwerkkabel aan te sluiten:
1.
Sluit de netwerkkabel aan op de netwerkconnector (1) van de computer.
20
Hoofdstuk 3 Verbinding maken met een netwerk
Als het apparaat verificatie vereist, wordt er een koppelingscode weergegeven. Volg op het
Zorg dat Bluetooth op het apparaat is ingeschakeld als uw apparaat niet wordt weergegeven