8.6.2
Instellen zweefstand
– Breng het werktuig in de stand waarin gewerkt gaat worden (par. 8.4, a t/m k).
– Draai de regelknop van de zweefstand op minimaal.
– Schakel de zweefstand in met de toets op het bedieningspaneel. Bij een ingeschakelde zweefstand
brandt het lampje.
– Draai de regelknop langzaam rechtsom tot het werktuig iets omhoog komt.
– Draai de knop een klein stukje terug zodat het werktuig weer op de grond steunt.
8.6.3
Werken met zweefstand
Werk zoals aangegeven in par. 8.4. Houd hierbij een aantal extra punten in de gaten:
– Schakel de zweefstand uit als grote giekbewegingen moeten worden
gemaakt.
– Stel de zweefstand opnieuw in als de stand van de gieken veran-
dert.
– Paaltjes e.d. kunnen ontweken worden door het bedienen van de
knikfunctie.
– Draai de regelknop van de zweefstand iets linksom als het werktuig,
na het rijden over een hobbel, niet snel genoeg naar de grond zakt.
8.7
Werken met ingeschakelde "Automatische bodemdrukregeling" (optioneel)
Bij de "Automatische bodemdrukregeling" worden twee sensoren gemonteerd (één op elke giek).
Deze sensoren geven informatie betreffende de giekenstand (hoek) door naar de besturing.
De besturing kan aan de hand van deze gegevens de positie van de maaier berekenen.
Het programma rekent aan de hand van "de druppel van de stabilisatie berekening" de benodigde druk voor
de hefcilinder uit op basis van de ingestelde bodemdruk (druk van de maaier op de grond) en stelt deze bij.
Dit is dus een "automatische correctie" van de "standaard zweefstand" welke normaal door de chauffeur
gecorrigeerd moet worden bij het wijzigen van de stand van de gieken.
Let op!! De "Automatische bodemdrukregeling" (F5) staat ingeschakeld bij het opstar-
!
ten van de machine.
Om de "Automatische bodemdrukregeling" in werk te stellen, moet de toets van de "standaard zweefstand"
worden ingeschakeld.
De bodemdruk kan worden ingesteld met de potmeter van de "zweefstand".
F
Opmerking bij schuifgiek: indien schuifgiek is uitgeschoven, dient de functietoets F4 te worden
ingedrukt zodat de lengte voor de "Automatische bodemdrukregeling" wordt gecorrigeerd.
1-2101-07Mei13/W14-WK
8-5
aan
snelheidsregeling
Bedienen
minimaal