Hoofdstuk 4: Problemen oplossen
Probleemoplossing voor de detector
Dit hoofdstuk verschaft een aantal mogelijke oplossingen indien er zich een
probleem voordoet met uw detector.
Tabel 5: Probleemoplossing
Probleem
Oplossing of corrigerende maatregel
Er wordt te vaak
Controleer of de ClassiFire-alarmfactorinstelling geschikt is voor de
vals alarm gegeven
normale werkomgeving van het beveiligde gebied.
Zorg dat detector niet in demo-modus staat. Dit kan door het
gebeurtenissenlogboek in te zien en te controleren of het
inschrijvingsnummer van de demo-modus hoger is dan de meest recente
inschrijvingen van FastLearn starten en FastLearn einde. Opmerking:
Denk eraan dat de logboekinschrijvingen in omgekeerde volgorde staan en
de recentste inschrijvingen als eerst verschijnen. Als het logboek laat zien
dat de demo-modus is ingeschakeld tijdens de laatste FastLearn-periode,
begin dan een nieuwe FastLearn en laat deze zijn 24-uurscyclus voltooien.
Controleer aan de hand van het gebeurtenissenlogboek of er 24 uren zijn
verstreken sinds de laatste inschrijving van FastLearn einde.
Controleer of de dag- en nachtschakeltijden correct zijn ingesteld als
weerspiegeling van actieve en niet-actieve periodes.
Het alarm gaat
Controleer of de detector niet geïsoleerd is of in FastLearn staat (bij
niet af door
isolatie gaat het lampje Storing branden; bij FastLearn brandt het lampje
hoge rookgehaltes
OK).
Controleer of de aanzuigpunten van de detector zich in de rookstroming
bevinden.
Controleer of de aanzuigbuizen stevig en goed in hun aansluitingen zitten
en of ze beschadigd zijn.
Controleer of de juiste ClassiFire-alarminstelling is ingesteld.
Controleer of de detector ofwel een leerperiode van 24 uur heeft gehad,
ofwel in demo-modus is gezet.
Lage gemiddelde
Controleer of de stofscheider(filter) vervangen moet worden (raadpleeg
uitgang
"De stofscheidercassette vervangen" op pagina 47 voor meer informatie)
en de luchtstuwkamer schoon is. De kamer kan verstopt raken als er
bijvoorbeeld zware bouwactiviteiten hebben plaatsgevonden bij de
aanzuigbuizen. In dat geval is er misschien reparatie in de fabriek nodig.
De detector is niet ontworpen om grote hoeveelheden stof en grof afval te
kunnen verwerken.
De gevoeligheid van
De dichtheid aan deeltjes kan om vele redenen variëren. Het ClassiFire-
detector
systeem is ontworpen om dit automatisch te compenseren om de kans op
zal met de loop der
vals alarm door normale variaties in het rookgehalte van de lucht te
tijd variëren
verkleinen. Binnen de grenzen die door de ClassiFire-alarmfactor worden
gesteld, is dit een normaal onderdeel van de werking van de detector.
40
Stratos Micra 25 Rookaanzuigdetectiesysteem Installateurshandboek