Hoofdstuk 2: Installatie en configuratie
Relaisaansluitingen
De detector omvat een brandalarmrelais (overeenkomend met het BRAND 1
alarmniveau), die sluit bij een alarm, en een algemeen Storingsrelais, die opent
in geval van storing of bij stroomuitschakeling (zie Afbeelding 12). De relais zijn
spanningsvrij, met een maximale stroomcapaciteit van 500 mA bij maximaal
30 VDC.
Afbeelding 12: Storings- en brandalarmrelaiscontacten
(1) Contactpunten storingrelais
Verbinding met brandalarmpanelen
Vanwege de flexibiliteit van de detector en de vele configuratiemogelijkheden zijn
er veel opties om de detectors met een brandmeldpaneel te verbinden. De
detector biedt de volgende methodes voor het verbinden met
brandalarmpanelen:
•
Met conventionele brandalarmpanelen door middel van de ALARM- en
STORINGS relaiscontacten van de detector
•
Met adresseerbare brandalarmpanelen via Adresseerbare Programma-
interfacekaarten (APICs)
APICs, die in de detector kunnen worden gemonteerd, kunnen de installatie
vereenvoudigen bij het aansluiten op adresseerbare signaleringslijncircuits
(SLC). De gebruikte APIC is volledig afhankelijk van het SLC-protocol, en
daarom dus ook van het merk en model van het brandalarmpaneel.
WAARSCHUWING:
ertoe leiden dat het systeem niet operationeel is en tijdens een gebeurtenis niet
meer functioneert, met dodelijk letsel en/of verlies van bezittingen.
20
(1)
APIC paneelcombinaties die niet compatibel zijn, kunnen
Stratos Micra 25 Rookaanzuigdetectiesysteem Installateurshandboek
(2)
(2) Contactpunten brandalarmrelais