Elektrostatische ontlading kan worden verminderd door de volgende richtlijnen in
acht te nemen:
•
Gebruik altijd geleidende of antistatische containers voor transport en opslag
indien er onderdelen moeten worden teruggezonden.
•
Draag een polsband tijdens het omgaan met apparaten en zorg voor
afdoende aarding gedurende het gehele installatieproces.
•
Stel een apparaat dat gevoelig is voor statische elektriciteit nooit bloot aan
schuifbewegingen over een niet-geaard oppervlak en voorkom direct contact
met de pennen en aansluitingen.
•
Plaats geen gevoelige apparaten op oppervlakken van plastic of vinyl.
•
Voer zo min mogelijk handelingen uit met gevoelige apparaten en printplaten
(PCB's).
Algemene installatierichtlijnen
De volgende informatie is een beknopte richtlijn voor het installeren van
detectors:
De detector moet normaal worden gemonteerd op een niveau met gemakkelijke
toegang tot de RS-232 seriële poort voor configuratie en programmering.
•
De uitlaatlucht van de eenheid mag op geen enkele wijze worden
geblokkeerd. Indien de eenheid is gemonteerd in een andere
luchtdrukomgeving dan waar de lucht wordt aangezogen (bijvoorbeeld in een
ventilatieschacht), moet een pijp van de uitlaatpoort terug worden geleid naar
de zone met dezelfde luchtdruk als de aanzuigopeningen.
•
Aanzuigopeningen mogen geen bramen en slijpsel bevatten.
•
Alle signaalkabels moeten geschikt zijn voor de toepassing. Het specifieke
kabeltype is normaal afhankelijk van de lokale brandregelgeving.
•
De eenheid mag niet in gebieden worden geplaatst waar de temperatuur of
luchtvochtigheid buiten het opgegeven werkingsbereik ligt.
•
De eenheid mag niet nabij apparatuur worden geplaatst die mogelijk hoge
radiofrequentieniveaus genereren (zoals radio-alarmen), of units die hoge
elektrische energievelden opwekken (zoals grote elektromotoren of
generators).
Stratos Micra 25 Rookaanzuigdetectiesysteem Installateurshandboek
Hoofdstuk 2: Installatie en configuratie
9