Hoofdstuk 1: Product- en onderdeelbeschrijvingen
Indicatoren
Afbeelding 1 toont de drie indicatoren op de detector.
Afbeelding 1: Detectorindicatoren
(1) Brandalarm: Gaat branden wanneer het alarmniveau is bereikt en de ingestelde
tijdvertragingen zijn verstreken.
(2) Storing: Gaat branden wanneer er een storing is opgetreden en een foutsignaal naar het
brandmeldpaneel wordt verstuurd.
(3) OK: Gaat branden om een normale werking zonder storingen aan te duiden. Het OK-lampje
knippert gedurende de 15 minuten durende FastLearn-periode, wanneer de detector eerst
zijn omgeving inleert.
4
Stratos Micra 25 Rookaanzuigdetectiesysteem Installateurshandboek