A371-22-886 Issue R
4.1.3
Spoeling met gas
Als inert gas wordt gebruikt om gevaarlijke gassen tot een veilig niveau te verdunnen, moet
u ervoor zorgen dat de pomp wordt stilgelegd indien de toevoer van inert gas defect raakt.
U moet deze instructies opvolgen en de voorzorgsmaatregelen hieronder treffen om ervoor te
zorgen dat de te verpompen gassen hun brandbaarheidslimiet niet kunnen overschrijden.
Zet de toevoer van het inerte gas aan om lucht uit de pomp en de uitlaatpijp te drijven voordat het proces in werking
wordt gesteld. Zet de toevoer van het inerte gas aan het einde van het proces alleen uit als alle achtergebleven
brandbare gassen of dampen uit de pomp en de uitlaatpijp zijn gespoeld.
De gastoevoer van het inerte gas voor het spoelen van de pomp moet continu aan staan zolang er in de toevoerpijp
vloeistoffen aanwezig zijn die brandbare dampen opwekken. Brandbare vloeistoffen kunnen in de toevoerpijp
aanwezig zijn als gevolg van condensatie of door overdracht van het productieproces.
Bij het berekenen van de doorstroomwaarde van inert gas, vereist voor verdunning, dient u rekening te houden met
de maximum doorstroomwaarde voor de brandbare gassen/dampen die kunnen ontstaan. Als u bijvoorbeeld een
massadoorstroomwaarderegelaar gebruikt om ontvlambare gassen naar het proces toe te voeren, moet u een
debietgraad bepalen voor de ontvlambare gassen die kunnen ontstaan wanneer de massadoorstroomwaarderegelaar
volledig geopend is.
Meet voortdurend de doorstroomwaarde van het inerte gas. Als deze onder de vereiste doorstroomwaarde daalt,
moet u de toevoer van de brandbare gassen of dampen naar de pomp stopzetten.
Opmerking:
Het verdient aanbeveling om het veiligheidshandboek m.b.t. vacuümpompen en -systemen
(publicatienummer P400-40-100, verkrijgbaar bij Edwards of uw leverancier) door te lezen.
4.2
Gasballastregeling
Met behulp van de gasballastregeling (zie
de laag-vacuümtrap van de pomp wordt gevoerd. Het gebruik van gasballast voorkomt dat dampen in de pomp
condenseren; het condensaat zou de olie vervuilen.
Gebruik de gasballastregeling gesloten wanneer u:
Het eindvacuüm wilt bereiken.
Droge gassen wilt verpompen.
Draai de schakelaar van de gasballastregeling 6 slagen linksom tot de regeling helemaal open staat. Gebruik de
gasballastregeling open wanneer u:
Hoge concentraties van condenseerbare dampen wilt verpompen.
De olie wilt reinigen.
Wanneer u de pomp gebruikt met de gasballastregeling open, zal de pomp meer olie verliezen.
Pagina 16
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Figuur
1, onderdeel 5) wijzigt u de hoeveelheid lucht (of inert gas) die in
© Edwards Limited 2013. Alle rechten voorbehouden.
Edwards en het Edwards logo zijn handelsmerken van Edwards Limited.