24
Het achterste lampje
1. Draai het afdekglas van de lamp naar
rechts en verwijder het.
PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING! Raadpleeg
de hoofdstukken Veiligheid.
Wat moet u doen als...
Probleem
U kunt de oven niet inscha-
kelen of bedienen.
De oven wordt niet warm.
De oven wordt niet warm.
De oven wordt niet warm.
De oven wordt niet warm.
De oven wordt niet warm.
De oven wordt niet warm.
Het lampje brandt niet.
De bereiding van de gerecht-
en duurt te lang of de ger-
echten worden te snel gaar.
Stoom en condens slaan
neer op de gerechten en in
de ovenruimte.
Op het display verschijnt
"C3".
2. Reinig het afdekglas.
3. Vervang de lamp door een geschikte
300 °C hittebestendige lamp.
4. Plaats het afdekglas terug.
Mogelijke oorzaak
De oven is niet aangesloten
op een stopcontact of is niet
goed geïnstalleerd.
De oven is uitgeschakeld.
De klok is niet ingesteld.
De benodigde kookstanden
zijn niet ingesteld.
De automatische uitschakel-
ing is actief.
Het kinderslot is geactiveerd.
De zekering is doorgeslagen.
Het lampje is stuk.
De temperatuur is te laag of
te hoog.
Het gerecht heeft te lang in
de oven gestaan.
De reinigingsfunctie werkt
niet. De deur is niet volledig
gesloten of het deurslot is
defect.
Oplossing
Controleer of de oven goed is
aangesloten op het stopcon-
tact (zie het aansluitdiagram
indien beschikbaar).
Schakel de oven in.
Stel de klok in.
Zorg ervoor dat de instellin-
gen correct zijn.
Raadpleeg "Automatisch uit-
schakelen".
Raadpleeg "Het kinderslot
gebruiken".
Controleer of de zekering de
oorzaak van de storing is. Als
de zekeringen keer op keer
doorslaan, neemt u contact
op met een erkende installa-
teur.
Vervang het lampje.
Pas indien nodig de tempera-
tuur aan. Volg het advies in
de handleiding op.
Laat gerechten na het berei-
den niet langer dan 15 - 20
minuten in de oven staan.
Sluit de deur volledig.