3. Houd de [-] knop ingedrukt totdat het bericht "OFS" (OFFSET-kalibratie) wordt
weergegeven.
4. Druk op ON/OFF om de kalibratie te bevestigen of wacht een paar seconden
om te verlaten zonder op te slaan en de vorige kalibratie te behouden.
5. Spoel de elektrode af met gedestilleerd water en dompel deze vervolgens
onder in de pH 4,01 (of 9,01) bufferoplossing.
6. Wacht een paar seconden totdat het systeem is gestabiliseerd.
7. Houd de [+] knop ingedrukt totdat het bericht "GAI" (GAIN-kalibratie) wordt
weergegeven.
8. Druk op ON/OFF om de kalibratie te bevestigen of wacht een paar seconden
om te verlaten zonder op te slaan en de vorige kalibratie te behouden.
Opmerkingen
Als u probeert een OFFSET-kalibratie uit te voeren bij een pH-waarde die ver van 7,00
af ligt of een GAIN-kalibratie met een bufferoplossing van pH te dicht bij neutraliteit,
zal de procedure niet slagen en het display zal het bericht "Err" weergeven. Tijdens
normaal gebruik kunt u de offset (door op [-] te drukken) en gain (door op [+] te
drukken) waarden zien om de status van de elektrode te controleren. De ideale
waarden zijn een offset dicht bij nul en een gain dicht bij 1,000. Wanneer deze
waarden dicht bij de maximale/minimale limieten liggen (offset: -1,00pH ... +1,00pH;
gain: 0,750 ... 1,500), betekent dit dat de elektrode vervuild of dood is.
ORP-kalibratie
1. Spoel de redox-elektrode af met gedestilleerd water en dompel deze
vervolgens onder in de kalibratieoplossing (220 mV).
2. Wacht een paar seconden totdat het systeem is gestabiliseerd.
3. Houd de [-] knop ingedrukt totdat het bericht "OFS" (OFFSET-kalibratie) wordt
weergegeven.
4. Druk op ON/OFF om de kalibratie te bevestigen of wacht een paar seconden
om te verlaten zonder op te slaan en de vorige kalibratie te behouden.
Opmerkingen
De ORP-kalibratie is een enkelpuntsprocedure (offset). Door echter op de [+] knop te
drukken, schakelt het systeem over naar de GAIN-kalibratie, maar dit heeft geen
effect. Tijdens normaal gebruik kunt u de offsetwaarde (door op [-] te drukken) zien
om de status van de elektrode te controleren. De ideale waarde is een offset dicht bij
nul. Wanneer deze waarde te dicht bij de maximale/minimale limieten ligt (-100mV ...
+100mV), betekent dit dat de elektrode vervuild of dood is.