● Sluit de meetsensor aan op de BNC-connector.
BEDIENINGSPANEEL
● Display: toont tijdens normale werking de gemeten pH of redox (mV); de
volgende meldingen kunnen ook verschijnen:
● OFF: de pomp is uitgeschakeld door op de ON/OFF-knop te drukken.
● LEU: de niveausensor geeft geen toestemming.
● PAU: de pomp is "Gepauzeerd" bij het opstarten (zie ook de sectie
"Configuratie").
● ALL: er is een doseeralarm actief (zie ook de sectie "Configuratie").
● UR: meting buiten bereik, onder de minimumwaarde (Under-Range).
● OR: meting buiten bereik, boven de maximumwaarde (Over-Range).
● ON/OFF-knop: schakelt het systeem in/uit; houd minstens 3 seconden
ingedrukt om de CONFIGURATIEmodus in te schakelen.
● [-] knop: houd ingedrukt om de offsetwaarde van de elektrode weer te geven
(3 seconden) en schakel vervolgens de OFFSETCALIBRATIEmodus in.
● [+] knop: houd ingedrukt om de gainwaarde van de elektrode weer te geven (3
seconden) en schakel vervolgens de GAINCALIBRATIEmodus in.
● PULSE LED: rood licht; gaat branden tijdens de rotatie van de peristaltische
pomp; als de automatische modus is uitgeschakeld (zie sectie "Configuratie")
knippert de LED snel.
● ON LED: groen licht; continu aan geeft normale werking aan; knippert als er
een alarm optreedt.
CONFIGURATIE
Om de pomp in te stellen volgens uw toepassingsbehoeften, raadpleegt u de
onderstaande instructies.
Parameter
Meettype: 0 = pH met twee decimalen, 1 = pH met
P1
één decimaal, 2 = Redox
P2
Niveau-ingang: 0 = NO, 1 = NC
Beschrijving
Standaardwaarde
0
0
Ingestelde
waarde