1 VÓÓR GEBRUIK VAN HET MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM
Instelling papiersoort
Wanneer u speciaal papier anders dan normaal papier of een soort dat niet voor normaal kopiëren wordt gebruikt plaatst,
dient u de dikte en het kenmerk op het multifunctionele systeem in te stellen.
De dikte en het kenmerk kunnen tegelijkertijd worden ingesteld.
Als "DIK 1" of een kenmerk behalve "GEEN" is ingesteld voor een papierlade, dan wordt het papier in deze
papierlade niet voor de APS-functie gebruikt.
Als een kenmerk behalve "GEEN" voor een papierlade is ingesteld, dan is de functie Automatisch wisselen van
papiermagazijn (Toevoer van hetzelfde papierformaat vanuit een andere papierlade zelfs al is de opgegeven
papierlade van waaruit papier wordt toegevoerd leeg) uitgeschakeld voor het papier in deze papierlade.
Zie voor het instellen van Automatisch wisselen van papiermagazijn de MFP-beheerhandleiding.
De ingestelde papiersoort wordt met een pictogram aangegeven in het meldingsgebied voor de status van het
systeem.
P.10 "Meldingsgebied systeemstatus"
alleen normaal papier is geschikt voor e-STUDIO306LP.
De volgende papiersoorten zijn geschikt:
Dikte
Toets
NORMAAL
Normaal papier: 64 - 80 g/m
*1
DIK 1
Dik papier: 81 - 105 g/m
Kenmerk
Toets
NEE
Geen kenmerk aangegeven
TUSSEN-
Losse vellen gebruikt in de stand invoegen speciaal invoegvel
LEGVEL
P.120 "Invoegvel"
Er kunnen maximaal 2 soorten vellen (invoegvel 1 en 2) worden ingesteld. Voor het
instellen van invoegvel 1 en 2, selecteer de papierlade voor invoegvel 1 en druk op
[TUSSENLEGVEL] en selecteer daarna een papierlade voor invoegvel 2 en druk op
[TUSSENLEGVEL].
KAFTEN
Losse vellen gebruikt in de kaftbladen-functie
P.118 "Kaftblad"
SPECIAAL
Gekleurd papier of papier met watermerk etc.
*2, *3, *4
Faxpapier
FAX
ENKELZIJDIG
Alleen geschikt voor enkelzijdige afdruk
*1 Niet beschikbaar bij e-STUDIO306LP.
*2 Het verzenden en ontvangen van faxberichten is alleen beschikbaar als de fax-eenheid (optie) is geïnstalleerd.
*3 Wanneer er lijsten worden afgedrukt, wordt de papierinstelling "FAX" gebruikt. Voor het afdrukken van lijsten zie de MFP-beheerhandleiding.
*4 Als "ROTATIESORTERING" is INGESCHAKELD voor het afdrukken van ontvangen faxen in het FAX menu, kan de "FAX" niet als kenmerk
worden ingesteld. Voor de afdrukinstellingen van faxen, raadpleeg de GD-1250/GD-1260/GD-1270 Operator's Manual for FAX Unit.
Druk op de [USER FUNCTIONS]-toets op het
1
bedieningspaneel.
18
Papier plaatsen
Omschrijving
2
(17 - 20 lb. Bond)
2
(21 - 28 lb. Bond)
Omschrijving
Pictogram
—
Pictogram
—
,