4.BEWERKINGSFUNCTIES
Selecteer de voor- en achterkaftinstellingen en druk vervolgens op [OK].
5
Er kan alleen [2 GEKOPIEERD] voor de voor- of achterkaft gekozen worden wanneer [1->2 DUBBELZIJDIG] of
[2->2 DUBBELZIJDIG] ingesteld is voor de dubbelzijdige afdrukmodus in het basismenu.
6
Druk op het tabblad [BASIS] voor de weergave van het menu BASIS. Selecteer
vervolgens een papierlade waarin normaal papier is geplaatst (niet die voor de
kaftbladen).
U moet vooraf normaal papier van hetzelfde formaat en met dezelfde richting als voor de kaftbladen plaatsen.
Selecteer naargelang nodig andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de
7
[START]-toets op het bedieningspaneel.
Als de originelen op het automatische documentinvoersysteem (optie) zijn geplaatst, begint het scannen en
kopiëren.
Voer na het plaatsen op de glasplaat voor originelen stap 8 en 9 uit.
Plaats het volgende origineel en druk vervolgens op [VLGND AFDR] op het
8
aanraakscherm of op de [START]-toets op het bedieningspaneel.
Het scannen van het volgende origineel begint. Herhaal deze procedure totdat het scannen van alle originelen is
voltooid.
9
Wanneer het scannen van alle originelen is voltooid, druk dan op [OPDR. GEREED] op
het aanraakscherm.
Het kopiëren begint.
4 BEWERKINGSFUNCTIES
Kaftblad
119