7.
Om een juiste zitting en een lange levensduur te
garanderen, dient het tweede vloeistofdeksel met
luchtdruk op de pomp geplaatst te worden.
a.
Zie A
. 9. Plaats het geleverde gereedschap (302)
FB
daar waar normaal de pakking van de luchtklep (108)
geplaatst is. De pijl (A) dient gericht te zijn naar het
vloeistofdeksel dat reeds werd bevestigd.
302
A
. 9. Hulpmiddel vloeistofdeksel
FB
b.
Plaats de luchtklep terug.
c.
Breng een minimale luchtdruk van 0,14 MPa (1,4 bar,
20 psi) op de luchtklep aan. Er mag perslucht worden
gebruikt. Het membraan zal verschuiven, zodat het
tweede vloeistofdeksel op de juiste plaats zal
vastzitten. Zorg dat luchtdruk toegevoerd blijft, totdat
het tweede vloeistofdeksel bevestigd is.
d.
Bevestig het tweede vloeistofdeksel (3). Zie
Koppelinstructies, pagina 17.
e.
Verwijder de luchtklep en het gereedschap (302),
vervang de pakking (108) en plaats de luchtklep
terug. Zie Koppelinstructies, pagina 17.
OPMERKING: Als u de membranen vervangt, maar niet de
luchtklep, dan dient u de luchtklep en pakking te verwijderen,
het gereedschap op de plaats van de pakking te plaatsen en
vervolgens de luchtklep terug te plaatsen om een luchtdruk te
krijgen die noodzakelijk is voor de juiste plaatsing van het
tweede vloeistofdeksel. Als u klaar bent, dient u niet te
vergeten om het gereedschap te verwijderen en de pakking
terug te plaatsen.
8.
Zet de kogelkleppen en spruitstukken weer in elkaar zoals
staat beschreven op pagina 13.
Koppelinstructies
OPMERKING: De bevestigingen van het vloeistofdeksel en de
spruitstukken zijn voorzien van een klevende patch met
schroefborging dat op de schroefdraad werd aangebracht.
3A0560P
Als deze patch versleten is, kunnen de schroeven tijdens het
werken los komen. Vervang de schroeven met nieuwe, of
breng middelsterk (blauw) Loctite of een soortgelijk middel aan
op de schroefdraden.
Als de bevestigingen van de vloeistofdeksels en membranen
losser zijn geworden, is het belangrijk om deze aan te draaien
waarbij de volgende procedure wordt gevolgd om een betere
afdichting te realiseren.
OPMERKING: Voordat de spruitstukken worden aangedraaid,
dient eerst het koppelmoment van de vloeistofdeksels
A
bereikt te zijn.
Draai alle vloeistofdekselschroeven met enkele slagen
iets aan. Draai vervolgens elke schroef vast totdat de
kopcontacten bedekt zijn. Draai vervolgens elke schroef een
halve slag of minder, dit dient in een kruislings patroon tot het
gespecificeerde koppelmoment uitgevoerd te worden. Herhaal
voor de spruitstukken.
Bevestigingen van vloeistofdeksel en spruitstukken
11,3 N•m (100 in-lb)
De bevestigingen voor de luchtkleppen (V) nogmaals
aandraaien, dit dient in een kruislings patroon tot het
gespecificeerde koppelmoment uitgevoerd te worden.
Bevestigingen luchtklep:
6,2 N•m (55 in-lb) voor kunststof middenstukken
ti14120a
9,0 N•m (80 in-lb) voor metalen middenstukken
A
. 10. Koppelvolgorde
FB
Reparatie
ti18448a
ti18449a
17