4-4
Gebruik
Uitschakelen
3. Onderhoud
Handleiding 33-18
Druk transportlucht
(vervolg)
Door de overspray minimaal te houden vermindert de hoeveel terug te
winnen of te recyclen poeder. Het vermindert slijtage en achteruitgang
van systeemonderdelen als pompen, spuitpistolen en filters en houdt de
onderhoudskosten laag.
Druk atomisatielucht
Atomisatielucht wordt aan het poeder-luchtmengsel toegevoegd om de
snelheid van het poeder in de voedingsslang te vergroten en om
klompjes poeder uiteen te laten vallen. Een hogere druk van de
atomisatielucht is nodig bij lager poeder doorstroomsnelheden om de
poederdeeltjes als een suspensie in de luchtstroom te houden. Door een
hogere poedersnelheid kan het spuitpatroon veranderen.
Als de druk van de atomisatielucht te laag is, kan het gevolg een
onregelmatige poederafgifte bij het pistool zijn samen met puffen en
golven. Als de druk te hoog is ingesteld, kan de atomisatielucht de
snelheid van het poeder vergroten waardoor overmatige overspray,
samensmelting bij inslag, en voortijdige slijtage van de pomp en
onderdelen van het pistool kan ontstaan. Door het verhogen van de druk
van de atomisatielucht zal bij sommige pompen de afgegeven
hoeveelheid poeder verminderen, waardoor een kleine aanpassing van
de druk van de transportlucht nodig is om de zelfde hoeveelheid poeder
te houden.
Optimale druk van de transport- and atomisatielucht
De drukken van de transport- en atomisatielucht moeten worden
ingesteld op de laagst mogelijke waarden die een acceptabel
spuitpatroon, een gewenste poederdekking, filmopbouw en
oppervlaktekwaliteit opleveren. Deze instellingen kunnen variëren van
poeder tot poeder.
1. Zet de hoofdschakelaar van de besturingsunit op uit. Hierdoor wordt
de gelijkspanning van het pistool uitgeschakeld en wordt de elektro-
magnetische klep gesloten, waardoor de luchttoevoer naar de pomp
en het pistool worden afgesloten. Wordt er hulplucht gebruikt, draai
dan de regelknop van de drukregelaar linksom totdat de manometer 0
aangeeft.
2. Voer de dagelijkse onderhoudswerkzaamheden uit.
Voer de volgende werkzaamheden dagelijks uit
S
Vergelijk de µA afgifte van het pistool in kV-mode, zonder werk-
stukken voor het pistool, met de afgifte en kV-instelling bij de eerste
keer opstarten. Significante verschillen kunnen betekenen dat de
weerstand of de versterker van het pistool is kortgesloten of defect is.
412 816B
Uitgave 08/96
E 1996 Nordson Corporation
Alle rechten voorbehouden