9 Demontage/buitenwerkingstelling
Het volgende moet worden gedaan.
• Ontkoppel het apparaat van het spanningsnet, d.w.z. de elektrische snoeren worden
verwijderd.
• Sluit de koudwatertoevoer en koppel een slang aan op de afvoerklep, zodat het water uit de
watertank in de dichtstbijzijnde afvoer kan lopen.
• Verwijder de water- en verwarmingsleidingen.
• Verwijder de luchtkanalen en sluit alle toevoer- en extractieluchtdempers zodat er geen
condensvorming in de kanalen ontstaat.
Het apparaat moet buiten werking worden gesteld op de meest milieuvriendelijke manier.
Wanneer het product wordt afgevoerd moeten de plaatselijke afvoerregels voor gemeenteafval
worden geraadpleegd.
10 Problemen oplossen
10.1 De warmtepomp levert geen warm water
Controleer het volgende:
• Is het systeem op de stroom aangesloten?
• Staat er spanning op het stopcontact?
• Is de warmtepomp uitgeschakeld via de temperatuursensor T8?
• Is de watertemperatuur >55 °C?
• Is de koudwatertoevoer open?
• Is er vrije toegang van inlaatlucht?
• Is er een vrij stroompad voor uitlaatlucht?
• Is de periodieke reiniging van verdamper, condensbak en ventilator uitgevoerd, zoals is
beschreven in de onderhoudssectie?
• Heeft een van de veiligheidsfuncties de warmtepomp/elektrische dompelverwarmer
uitgeschakeld?
• Heeft externe kortsluiting van contactpunten de warmtepomp uitgeschakeld?
• Is het herstellen van de fabrieksinstelling (E0) getest?
Als het niet een van de bovenstaande fouten betreft, neem dan contact op met uw installateur.
40