452234.69.20 · 09/2011 · Rei
Montage- en gebruiksaanwijzing
WWP S 20 IH
4 Accessoires
4.4.2 Hydraulische en elektrische integratie van de
warmtehoeveelheidsmeter
Voor de gegevensregistratie heeft de warmtehoeveelheidsmeter twee meetinrichtin-
gen nodig.
De meetbuis voor de debietmeting
Deze moet in het warmtepompvertrek (debietrichting in acht nemen) gemonteerd
worden.
Een temperatuursensor (koperbuis met dompelhuls)
Deze moet in de warmtepompterugloop gemonteerd worden.
De inbouwplaats van de beide meetbuizen moet zich zo dicht mogelijk bij de warmte-
pomp in de opwekkerkring bevinden.
Afstand tot pompen, ventielen en andere inbouweenheden moet vermeden worden,
omdat opwervelingen tot vervalsingen bij de calorimeting kunnen leiden (aanbevolen
wordt een rusttraject van 50 cm).
Behuizing warmtehoeveelheidsmeter - elektronica
In het vertrek
In de terugloop
L / N / PE
230 V / 50 Hz
Impuls warmtehoeveelheidsmeter
7
24 V AC
N1 / IDX