Montage- en gebruiksaanwijzing
WWP S 26 ID - WWP S 35 ID
2 Gebruiksdoeleinde van de warmtepomp
2
Gebruiksdoeleinde van de warmtepomp
2.1
Toepassingsgebied
De grond/water-warmtepomp is uitsluitend ontworpen voor het verwarmen van verwar-
mingswater. Deze kan in aanwezige of nieuw te plaatsen verwarmingsinstallaties ge-
bruikt worden. Als warmtedrager in de warmtebroninstallatie dient een mengeling uit
water en vorstbeveiliging (glycolwater). Als warmtebroninstallatie kunnen aardsonden,
aardcollectoren of soortgelijke installaties worden gebruikt.
2.2
Werkwijze
De bodem slaat de warmte van de zon, de wind en de regen op. Deze aardwarmte
wordt in de aardcollector, de aardsonde e.d. door het glycolwater bij een lage tempe-
ratuur opgenomen. Deze aardwarmte wordt door de aardsonde e.d. door het glycolwa-
ter bij een lage temperatuur opgenomen. Een circulatiepomp transporteert dan het
"verwarmde" glycolwater naar de verdamper van de warmtepomp. Daar wordt deze
warmte aan het koelmiddel in de koelkringloop afgestaan. Daarbij koelt het glycolwater
weer af, zodat dit in de glycolwaterkring weer warmte-energie kan opnemen.
Het koelmiddel wordt door de elektrisch aangedreven compressor aangezogen, ge-
comprimeerd en naar een hoger temperatuurniveau "gepompt". De bij dit proces toe-
gevoerde elektrische energie gaat niet verloren, maar wordt grotendeels aan het koel-
middel afgestaan.
Vervolgens komt het koelmiddel in de condensor en draagt hier wederom zijn warmte-
energie aan het verwarmingswater af. Afhankelijk van het bedrijfspunt kan het verhitte
verwarmingswater zo tot 62°C verwarmd worden.
5
452237.69.05 · 03/2013 · Rei