4 - INBEDRIJFSTELLING
• De DIGISTART elektronische besturings-
eenheid wordt gestuurd door een computer-
programma dat ingesteld wordt met parameters.
• Het prestatieniveau van de besturingseen-
heid hangt af van de ingestelde parameters.
• Een slechte instelling van de parameters kan
ernstige gevolgen hebben voor zowel het personeel
als de machine.
• De programmering mag enkel worden uitge-
voerd door bevoegd en ervaren personeel.
• Controleer voor u de besturingseenheid aan-
schakelt of de voedingsaansluitingen en de aanslui-
ting van de motor correct uitgevoerd zijn en of de ro-
terende delen mechanisch beveiligd zijn.
• Zorg ervoor dat de besturingseenheid niet
onverwachts kan starten.
4.2 - Voorstelling van het minitoetsenbord
Om toegang tot de toetsen van dit toetsenbord te krijgen, kunt u of het deksel van de controlemodule verwijderen of de met de
DIGISTART geleverde plastic schroevedraaier gebruiken.
22
MODE/MEM.
RESET
@ / DATA
Elektronische besturingseenheid
DIGISTART STV 2313
4.1 - Het afstellen
- Elke
functie
of
wordt toegekend aan een nummer dat we adres
noemen.
Voorbeeld: In motor = adres nr.1 = A1
- Elk adres komt overeen met een code of een waarde,
die we inhoud noemen. Daar het basisprodukt slechts
over een LED van 7 segmenten beschikt om de inhoud
visueel weer te geven, werd deze gecodeerd (zie tabel
4.5.2).
Voorbeeld: de nominale stroom van de motor (In) is
gelijk aan 85 % van het kaliber van de DIGISTART: de
inhoud van A1 = 85 = code 7.
- Het afstellen van de DIGISTART gebeurt door in de
verschillende adressen de waarden die overeenkomen
met de beoogde functie te programmeren. Met behulp
van het uit 3 toetsen bestaande minitoet-senbord kan
men programmeren.
In geval van onvoorziene handelingen wordt uit veili-
gheidsover-wegingen aanbevolen om de DIGISTART te
programmeren met uitgeschakelde vermogenbrug (L1-
L2-L3).
7 segmenten display, waarop:
• de parameters of hun inhoud weerge-
geven worden.
• de fouten geïdentificeerd worden
Toets MODE/MEM, waarmee:
• beurtelings van modus "parametrisering" op
afleesmodus oversprongen kan worden.
• tevens de regelingen in het geheugen
opgeslagen kunnen worden.
Toets
, waarmee:
• de adressen of hun inhoud geïncrementeerd
kunnen worden.
Toets @, waarmee:
• van adres op inhoud, of omgekeerd,
oversprongen kan worden.
Lampje, waarmee:
• het verschil tussen modus "aflezen" en
modus "parametrisering" te zien is.
parameter
voor
de
afstelling