Advertenties
Externe zoemer of bel
Via een 5-polige DIN-steker kan een extra alarmbel of zoemer (12V DC) op de OCTALARM-2 aangesloten worden. Deze
aansluiting kan maximaal 100mA leveren en is volledig bestand tegen kortsluiting. Eventuele zwaardere verbruikers dienen via
een extra relais gestuurd te worden.
De volgende door ADESYS aanbevolen zoemers kunnen direkt op het apparaat aangesloten worden:
- type OLT-313, produceert een hoge konstante toon van 95dB op 1m. afstand bij een stroomopname van 30 mA,
- type OLT-314, produceert een zeer doordringende variërende toon van liefst 108dB op 1m. afstand bij een stroomopname van
70mA, en is geschikt voor wandmontage.
Telefoonaansluiting
De OCTALARM-2 kan direkt op elke telefoon kontaktdoos aangesloten worden. Wanneer het eventueel aanwezige
telefoontoestel op de OCTALARM-2 wordt aangesloten zal in een alarmsituatie eerst het toestel afgeschakeld worden waarna de
OCTALARM-2 de lijn opnieuw in beslag neemt en de melding uitvoert.
Kleurcodering telefoonkabel:
rood = a
groen= b
zwart= a'
geel = b'
waarbij a en b op het telefoonnet aangesloten worden en a' en b' op het te onderbreken telefoontoestel. Het is sterk af te raden
om de OCTALARM-2 achter een telefooncentrale aan te sluiten! Bij een algehele netstoring geeft de centrale geen kiestoon
waardoor de OCTALARM-2 niet meer naar buiten kan bellen! De OCTALARM-2 dient daarom indien mogelijk direkt op de
buitenlijn aangesloten te worden.
FUNKTIESTORINGEN
De OCTALARM-2 is in staat om een groot aantal funktiestoringen in het eigen circuit te detekteren. Zo kan er, wanneer alle
alarmlampjes tegelijk gaan knipperen, sprake zijn van:
-
een sluiting in de kabel naar de alarmsensoren (of een defekte alarmsensor die een sluiting veroorzaakt).
-
een van buiten komende spanning op de alarmkabel (geen kortstondige spanningspiek, hier is het apparaat immuun voor).
Beide bovenstaande situaties zijn eenvoudig te konstateren; als de alarmkabelkonnektor losgenomen wordt moet de
signalering stoppen.
-
een defekt in het apparaat.
Als één van de bovenstaande storingen optreedt zal de OCTALARM-2 alle alarmen (óók als deze niet geselekteerd zijn)
doorgeven naar de alarmbel en/of telefoonkiezer ten teken dat het alarmsysteem niet goed meer kan funktioneren.
De microcomputer wordt bewaakt door een zogenaamde watchdog. Bij een funktiestoring of programmafout in de microcomputer
stuurt deze 'waakhond' zelfstandig de alarmbel aan, óók als deze niet geselekteerd staat.
6.3
Advertenties
