Het testen van de accu kan eenvoudig uitgevoerd worden door de netsteker uit de wandcontactdoos te trekken en te controleren
of de telefonische alarmmelding correct functioneert. Vergeet niet om hierna de netsteker weer aan te sluiten !!. De melding
zal nu verdwenen zijn.
Ter indikatie: ook bij een verouderde accu dient de OCTALARM-2 minimaal 1 uur op de accu te functioneren.
De melding TEST BATTERY heeft geen invloed op de normale werking van het apparaat, de alarmmeldingen hebben altijd
voorrang.
INSPREKEN VAN ALARMBOODSCHAPPEN
(alleen OCTALARM-2S)
De OCTALARM-2S is voorzien van een spraakchip waarmee het mogelijk is om per alarmingang een boodschap van 5 seconden
in te spreken. Wanneer het apparaat wordt opgebeld of in een alarmsituatie een melding uitvoert naar een telefoontoestel dan
worden de ingesproken boodschappen uitgezonden in plaats van de toonkodes.
De ingesproken boodschappen zijn steeds eenvoudig te wijzigen en worden digitaal opgeslagen in geheugenchips waardoor
geen kwaliteitsverlies optreedt. Door het ontbreken van bewegende delen is de betrouwbaarheid ook op langere termijn
gewaarborgd.
Opname
Wanneer de mikrofoon aangesloten wordt aan de achterzijde van het apparaat (aansluiting 16) dan komt de OCTALARM-2S
automatisch in het opnameprogramma. Op het display wordt de tekst ---RECORD---zichtbaar en alle lampjes zijn gedoofd.
Wanneer op één van de selektietoetsen (3) gedrukt wordt zal het bijbehorende lampje oplichten en na 1 sec. klinkt er een korte
pieptoon. Na deze toon kunt u de boodschap luid en duidelijk via de mikrofoon inspreken. Na 5 sec. dooft het lampje ten teken dat
de opnametijd verstreken is en de ingesproken boodschap wordt nu opgeslagen voor de bijbehorende alarmingang.
Door deze procedure voor de overige selektietoetsen te herhalen kan voor elke alarmingang een aparte boodschap ingesproken
worden. Het netstoringsalarm is niet inspreekbaar en wordt alleen gemeld met 9 pieptonen.
Het wijzigen van een boodschap is onbeperkt mogelijk en zeer eenvoudig: zodra u de bijbehorende selektietoets (3) indrukt wordt
de nieuwe opname automatisch over de oude heen geschreven. Terugkeren naar het normale alarmmeldprogramma gebeurt
automatisch wanneer de mikrofoon eruit getrokken wordt.
Let op: als de hoofdzekering (10) losgedraaid wordt zullen de reeds ingesproken alarmboodschappen verloren gaan en na het
inschakelen opnieuw opgenomen moeten worden.
Weergave
Het kontroleren van reeds ingesproken boodschappen is mogelijk door op de testtoets (7) te drukken terwijl het apparaat zich nog
in het opnameprogramma bevindt. Op het display verschijnt nu de tekst ---PLAYBACK--- en wanneer één van de selektietoetsen
(3) ingedrukt wordt dan spreekt het apparaat de bijbehorende alarmboodschap éénmaal uit. Terugkeren naar het
opnameprogramma is mogelijk door op de resettoets (8) te drukken.
5.1