INSTALLATIEVOORSCHRIFT
Alarmkontakten en sensoren
De OCTALARM-2 wordt standaard geleverd met vier losse sensoren voor plaatsing bij vier afzonderlijke externe alarmkontakten.
Als extra is een tweede set sensoren leverbaar voor de alarmnummers 5 t/m 8. In dit geval wordt een zelfde set sensoren
geleverd, echter door de polariteit van de tweede set te verwisselen ontstaan de alarmen 5 t/m 8. Dus sensor 1 wordt sensor 5 bij
het verwisselen van de aansluitingen, enz.
Op verzoek kan de OCTALARM-2 ook geleverd worden met een zgn. sensorunit in plaats van acht losse alarmsensoren. De
sensorunit kan gebruikt worden in situaties waarbij de alarmkontakten zich dicht bij elkaar bevinden, zoals in een centraal
meldpaneel. Deze unit bevat de acht alarmsensoren en is geschikt voor montage op DIN-rail.
In de normale gebruikssituatie staat er op de sensorkabel een wisselspanning. Om tijdens het installeren toch de polariteit van
deze kabel te kunnen bepalen kunt u het apparaat in het installatieprogramma zetten, zie blz. 7.1. De polariteit is nu zoals
aangegeven in het schema en kan m.b.v. een voltmeter of een spanningszoeker gemeten worden. De OCTALARM-2 zal in deze
situatie geen signalering geven.
Het is niet aan te bevelen om meerdere sensoren voor dezelfde alarmmelding te gebruiken!
Dus niet:
Maar:
Als beide kontakten gesloten zijn wordt
alarm 3 gegeven in plaats van alarm 4!
Via PROGRAM NO: 21 van het installatieprogramma (zie blz. 7.3) kunt u per (potentiaalvrij!) alarmkontakt instellen of het een
maak- of verbreektype betreft. Het is uiteraard aan te bevelen om zoveel mogelijk verbreekkontakten te gebruiken omdat hierbij
tevens de bekabeling en de sensoren bewaakt worden.
De koperweerstand van de alarmkabel mag niet meer dan 100 Ω bedragen (wandkabel 2 x 0,8 mm: max. kabellengte 1500 m).
Het sensorcircuit is uitstekend beveiligd tegen kortsluiting en kortstondige spanningspieken, veroorzaakt door bijvoorbeeld
overspraak van andere kabels of induktie door blikseminslag (geen direkte inslag). Wanneer er echter langdurig een externe
spanning aangebracht wordt kunnen de sensoren en het apparaat defekt raken!
6.2