Startup (inbedrijfstelling)
I
7
Communicatie via systeembus
0 0
CAN-bus-identifier
Opbouw van
de identifier
52
Op de SBus moeten deze verschillende telegramtypes met de identifier (ID) worden
onderscheiden. Daarom wordt de ID van een SBus-telegram opgebouwd uit de tele-
gramsoort en het met de parameter "SBus-adres" of parameter "SBus-groepenadres"
ingestelde SBus-adres.
De CAN-bus-identifier is 11 bit lang, omdat er alleen standaard-identifiers worden
toegepast. De 11 bits van de identifier worden in 3 groepen ingedeeld:
•
functie (bit 0..2)
•
adres (bit 3..8)
•
omschakeling procesdata en parameterdata (Bit 9)
Identifier (ID):
0
Bit:
10
Met bit 9 wordt het onderscheid gemaakt tussen procesdata- en parameterdata-tele-
grammen. Bit 10 is gereserveerd en moet 0 zijn. Het adres bevat voor parameter- en
procesdata-telegrammen het SBus-adres van het apparaat, dat met een request aan-
gesproken wordt, en bevat voor groepsparameter- en groepsprocesdata-telegrammen
het SBus-groepsadres.
Onderstaande tabel laat de samenhang zien tussen telegramsoort en adres bij de
structuur van de identifier voor SBus-MOVILINK-telegrammen:
Identifier
8 x SBus-adres + 3
8 x SBus-adres + 4
8 x SBus-groepenadres + 6
8 x SBus-adres + 512 + 3
8 x SBus-adres + 512 + 4
8 x SBus-adres + 512 + 6
5
4
3
2
X
9
8
7
6
5
Adres
0 = procesdatatelegram
1 = parameterdatatelegram
Gereserveerd = 0
Telegramtype
Procesuitgangsdata-telegrammen (PO)
Procesingangsdata-telegrammen (PI)
Groepen-procesuitgangsdata-telegram (GPO)
Parameteraanvraagtelegram
Parameter response-telegram
Groepsparameter-request-telegram
Technische handleiding – MOVITRANS
1
0
X
X
X
4
3
2
1
0
Functie
322607883
®
-voedingsmodule TPS10A