Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Opsporen Van Redelijk Diepliggende Circuits; Classificeer Of Bepaal Het Gelegde Circuit - Kewtech KT700 Handleiding

Geavanceerde kabelzoeker
Inhoudsopgave

Advertenties

KEWTECH KT700 – GEAVANCEERDE KABELZOEKER

3.2.4 Opsporen van redelijk diepliggende circuits

Bij dubbelpolige toepassingen, als de luslijn is gemaakt van kerndraden in kabels met
meerdere kerndraden (zoals NYM 3x1,5mm2), zal de detectiediepte sterk worden beperkt. De
reden hiervoor is dat de korte afstand tussen de voedingslijn en de luslijn een ernstig
vervormd magnetisch veld veroorzaakt.
Een magnetisch veld van voldoende sterkte kan niet worden opgebouwd in de smalle delen. Als
een aparte luslijn wordt gebruikt, is dit probleem gemakkelijk op te lossen, omdat de aparte
geleider het magnetisch veld sterker kan verspreiden. De luslijn kan elke soort geleidende
draden of kabelhaspels zijn. Het belangrijkste punt is dat de afstand tussen de voedingslijn en
de luslijn groter moet zijn dan de legdiepte, en in de praktijk is deze afstand gewoonlijk 2 m of
langer.
Randvoorwaarden:
Het circuit mag niet onder spanning staan;
Verbind de zender volgens figuur 3-2-3;
De afstand tussen de voedingslijn en de luslijn moet ten minste 2 à 2,5 m lang zijn
De meetmethode is dezelfde als deze getoond in het voorbeeld
1.
ln deze toepassing is de invloed van vocht of mortel op de wand tot
de diepte van de lokalisatie onbeduidend.
2.
Hoe sterker het signaal dat op de Nixie-buis van de detector wordt
weergegeven, hoe dichter de kabel die door de detector wordt
gedetecteerd.
3.
Pas het zendvermogen van de zender aan de verschillende
detectiestralen aan.
4.
Selecteer de handmatige modus op de ontvanger en kies een
geschikte ontvangstgevoeligheid om het circuit nauwkeurig te
lokaliseren

3.2.5 Classificeer of bepaal het gelegde circuit

Randvoorwaarden:
Het circuit mag niet onder spanning staan;
De uiteinden van de kerndraden moeten in elkaar gedraaid zijn en elkaar geleiden;
Sluit de zender aan op de in figuur3-2-5 aangegeven wijze;
De meetmethode is dezelfde als die in het voorbeeld.
1.
Als er stroom op de kabel zit, schakel dan eerst de stroom
uit om zodat de kabel niet meer onder spanning staat.
2.
De uiteinden van de kerndraden zonder afscherming moeten
elkaar geleiden, en moeten in elkaar gedraaid zijn.
3.
Als er slechts één zender voor gebruik is, voer dan meerdere
metingen uit door de verbinding tussen de zender en de
kerndraad van de kabel te veranderen.
1.
Wanneer we de verbinding tussen de zender en de
kabelkerndraad veranderen, kunnen verschillende circuits
worden onderscheiden als we de transmissiecodering van de
zender veranderen.
2.
Pas het zendvermogen van de zender aan om deze aan te
passen aan verschillende stralen van detectie.
3.
Koop een zender met verschillende transmissiesignalen
wanneer nodig
HANDLEIDING

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave