Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Kewtech KT700 Handleiding pagina 12

Geavanceerde kabelzoeker
Inhoudsopgave

Advertenties

KEWTECH KT700 – GEAVANCEERDE KABELZOEKER
spanning staan;
De zender wordt aangesloten op een metalen
spiraalvormige buis (metalen buis of flexibele
leiding) en een hulpaardingdraad, zoals
afgebeeld in figuur 3-1-6;
De meetmethode is dezelfde als die in het
voorbeeld.
3.1.6 Het smalle (geblokkeerde)
deel van de aangelegde niet-
metalen pijpleiding opsporen
Randvoorwaarden:
De pijpleiding moet
vervaardigd zijn uit niet-geleidend
materiaal (zoals plastic);
Pijpleiding mag niet onder
1. Tijdens de tracering langs
de lijn is de positie waar het
door de ontvanger
ontvangen signaal een
abrupte daling vertoont, de
positie van de onderbreking.
2. Pas het zendvermogen
van de zender aan om het
aan te passen aan
verschillende
detectieradiussen.
3. De positie van het doel
kan nauwkeurig worden
bepaald door de handmatige
modus van de ontvanger in
te stellen en de juiste
gevoeligheid te kiezen.
4. Een tweede zender is voor
deze toepassing niet
onontbeerlijk. Voor
toepassing met één zender,
zie Fig. 3-5-1a
Fig. 3-1-6
1.
Als er stroom op de leiding staat, moet de stroom worden
onderbroken en correct worden geaard als de leiding niet geladen
is.
2.
Het aardingsuiteinde moet goed geaard zijn, en het
aardingsuiteinde van de zender moet zich op een bepaalde
afstand van de te meten pijpleiding bevinden. Als de genoemde
afstand te klein is, kunnen het signaal en het circuit niet
nauwkeurig worden gelokaliseerd.
3.
ln het proces van opsporing langs de pijpleiding, als de door de
ontvanger ontvangen signalen plotseling worden gedempt, is de
gedetecteerde positie de plaats waar de obstructie zich bevindt.
4.
Pas het zendvermogen van de zender aan de verschillende
detectiestralen aan. Selecteer de handmatige modus op de
ontvanger en kies een geschikte ontvangstgevoeligheid om het
smalle gedeelte nauwkeurig te lokaliseren
Detecteer geïnstalleerde metalen waterleidingpijpen en metalen verwarmingspijp
Randvoorwaarden:
De pijpleiding moet vervaardigd zijn van metalen materialen (zoals
gegalvaniseerde stalen pijp);
De te detecteren pijpleiding mag niet geaard zijn. Er moet een relatief hoge
weerstand zijn tussen de leiding en de grond (anders zal de detectieafstand zeer
kort zijn);
Gebruik een verbindingsdraad om de aardingsaansluiting op de zender met de
aarde te verbinden, en aard het aardingsuiteinde op de juiste wijze;
HANDLEIDING
1.
Als er stroom op de
leiding staat, moet de
stroom worden
onderbroken en correct
aarden als de leiding
niet onder spanning
staat.
2.
Het aardingsuiteinde
moet goed geaard zijn,
en het aardingsuiteinde
van de zender moet zich
op een bepaalde afstand
van de te meten
pijpleiding bevinden.
Als de genoemde
afstand te klein is,
kunnen het signaal en
het circuit niet
nauwkeurig worden
gelokaliseerd.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave