VERHELPEN VAN STORINGEN
Als de netstekker nit in het stopcontact steekt, of er zijn problemen met de TV-antenne, kunt u denken dat er problemen met de TV zelf
zijn. Controleer dit altijd even. Controleer tevens alle onderstaande punten, voordat u de hulp van een TV-monteur inroept.
BELANGRIJK
Lees ook de aanwijzingen in deze gebruiksaanwijzing nog eens door.
PROBLEEM
ALGEMEEN
De TV kan niet
worden ingeschakeld.
Er is geen beeld of geluid.
De TV wordt automatisch
uitgeschakeld.
De TV wordt automatisch
ingeschakeld.
De afstandsbediediening
doet niets.
BEELD
Slechte kleuren.
Er lopen lijnen of strepen
door het beeld (interferentie).
Vlekken in beeld
(over spraak).
Dubbel beeld (spookbeeld).
Sneeuw in beeld (storing).
GELUID
Er is geen geluid van de
luidsprekers van de TV.
De onderstaande punten wijzen niet op een storing of fout van de TV:
Als u de beeldbuis aanraakt, kan het gebeuren dat u wat statische elektriciteit voelt. Dit komt door de statische elektriciteit die kan
worden opgebouwd in de beeldbuis. Dit duidt niet op een storing en is niet gevaarlijk.
Bij plotselinge temperatuurwisselingen, kan het gebeuren dat de TV wat krakende geluiden maakt. Dit duidt niet op een probleem tenzij
het beeld of geluid plotseling vreemd overkomt.
Als een zeer helder, stilstaand (bijvoorbeeld een witte jurk) op het scherm verschijnt, kan dit ietwat gekleurd zijn. Dit probleem doet zich
voor bij alle beeldbuizen. Als het hele heldere beeld verdwijnt, verdwijnt ook de ongewenste kleur weer.
Deze TV is uit gerst met een microcomputer die beïnvloed kan worden door interferentie van andere apparatuur. Als dit zich voordoet,
schakel de TV dan uit met de hoofdschakelaar en verbreek de aansluiting van de netstekker op het stopcontact. Steek hierna de
stekker weer in het stopcontact en schakel de TV weer in.
OP L OS S ING
.
Steek de net stekker in een werkend stopcontat.
Schakel de TV in met de hoofdschakelaar. (Zie pagina 3)
De toetsen op het voor paneel van de TV werken niet wanneer de
Kinderslot functie ingeschakeld is. Gebruik de POWER (Aan/uit) toets op
de afstandsbediening om de TV in te schakelen.
Controleer de antenne aansluitingen. (Zie pagina 3)
Kies het juiste ingangssignaal. (Zie pagina 12)
Wijzig handmatig de SYSTEEM instelling. (Zie "GEBRUIK VAN HET
INSTALLNEN" op blz. 5.
Hebt u de SLEEP functie ingesteld? (Zie pagina 8).
Nadat er ongeveer 30 minuten geen zend signaal meer wordt ontvangen
schakelt het toestel vanzelf uit.
Om veiligheidsredenen zal de TV automatisch worden uitgeschakeld
indien er geen bedieningshandelingen verricht binnen ongeveer 3 uur
nadat de TV door de Wekker functie is ingeschakeld.
Hebt u de Wekker functie ingesteld? (Zie pagina 9).
Vervang de batterijen (Zie pagina 3).
Plaats de batterijen met de juiste polariteit in de afstandsbediening.(Zie
pagina 3).
Gebruik de afstandsbediening op een afstand van minder dan 7 meter
van de TV.
Wijzing handmatig de Systeem instelling. (Zie pagina 5).
Zet de apparatuur verder van elkaar vandaan totdat de interferentie
verdwijnt.
Zoek een andere plaats voor de antenne.
Zoek een andere plaats voor de antenne.
Vervang de antenne door een antenne met een hogere r
ichtingsgevoeligheid.
Zoek een andere plaats voor de antenne.
Vervang de antenne door een antenne met een hogere
richtingsgevoeligheid.
Controleer de antenneaansluitiingen.
Richt de antenne opnieuw.
Vervang of repareer de antenne.
Verbreek de aansluiting van de hoofdtelefoon.