Telefoneren via VoIP en vast net
Telefoneren via VoIP en vast
net
Extern bellen
Externe oproepen zijn oproepen in het
openbare telefoonnet (vaste telefoonnet)
of via het internet (VoIP). Welke verbin-
ding u voor een oproep wilt gebruiken,
bepaalt u meestal tijdens het kiezen.
Opmerkingen:
– Op uw basisstation kunt u drie externe
oproepen tegelijkertijd voeren (met ver-
schillende handsets): twee gesprekken via
VoIP en één gesprek via het vaste telefoon-
net.
– U kunt voor bepaalde telefoonnummers of
voorkiesnummers kiesregels definiëren,
waarin u vastlegt via welke verbinding deze
nummers moeten worden gekozen.
– Als u via VoIP naar een nummer in het vaste
net belt, dient u eventueel ook bij lokale
gesprekken het netnummer mee te kiezen
(afhankelijk van uw VoIP-provider). Om te
voorkomen dat u uw eigen netnummer tel-
kens moet invoeren, kunt u het netnummer
definiëren in de configuratie (met de Web-
configurator, zie pagina 45). Het netnum-
mer wordt dan bij lokale oproepen automa-
tisch voor het nummer geplaatst.
Verbindingstype met de verbindingstoets
selecteren en bellen
Door de verbindingstoets c kort of lang
in te drukken, bepaalt u het verbindings-
type voor de oproep (vast telefoonnet of
VoIP).
Voorwaarde: u voert het nummer in zon-
der lijnsuffix (pagina 23) en u heeft voor
het nummer geen kiesregel gedefinieerd
(zie de uitgebreide gebruiksaanwijzing op
het internet).
~ c/d
Nummer/IP-adres invoeren en
verbindings- of handsfree-
toets kort/lang indrukken.
22
Op uw toestel is een standaardverbinding
ingesteld (vast telefoonnet of VoIP,
pagina 44).
¤
Kort de verbindingstoets c of hands-
free-toets d indrukken wanneer u
het telefoongesprek via deze stan-
daardverbinding wilt voeren.
¤
Lang de verbindingstoets c of
handsfree-toets d indrukken wan-
neer u het telefoongesprek via het
andere verbindingstype wilt voeren.
Let op:
– Als u een andere GAP-compatibele handset
dan de Gigaset-handsets S67H, S68H,
SL37H, S45 en C45 gebruikt, worden alle
gesprekken via de standaardverbinding tot
stand gebracht, ook als u de verbindings-
toets lang indrukt. Als u via de niet-stan-
daardverbinding wilt bellen, voert u aan
het einde van het nummer een sterretje (*)
in.
– Als u aan uw toestel meerdere VoIP-num-
mers heeft toegewezen, kunt u per hand-
set instellen via welk VoIP-nummer
(account) moet worden gebeld (zendnum-
mer van de handset, pagina 46).
Verbindingstype via displaytoetsen
selecteren en bellen
Voorwaarde: de displaytoetsen van uw
handset zijn geprogrammeerd met
en/of
(pagina 40).
§IP§
/
§Tel. net.§
§IP§
Displaytoets indrukken om het
verbindingstype te selecteren.
~ / s
Nummer invoeren of uit het
telefoonboek selecteren.
c / d Verbindings- of handsfree-
toets indrukken.
Het nummer wordt altijd via het geselec-
teerde verbindingstype gekozen.
§Tel. net.§