Voordat u contact opneemt met het servicecenter
Controleer het volgende
De camera gaat niet aan
De batterij is bijna leeg.
Plaats een opgeladen batterij of laad de batterij op. (p.16)
De batterijen zijn niet juist geplaatst (polariteit (+ en -) is
verwisseld).
Plaats de batterij in overeenstemming met de
polariteitsmarkeringen (+, -).
De stroomvoorziening van de camera valt weg terwijl deze in gebruik is
De batterij is leeg
Plaats een opgeladen batterij of laad de batterij op.
De camera gaat automatisch uit
Schakel de camera weer in
De camera stopt als deze bij lage temperaturen buitenshuis wordt
gebruikt.
Verwarm de camera en batterij door deze in bijvoorbeeld in
uw zak te doen, en plaats de batterij vervolgens vlak voor het
maken van opnamen in de camera. Maak daarna de opname.
102
De camera maakt geen opnamen als u de sluiterknop indrukt
Er is onvoldoende geheugencapaciteit
Verwijder onnodige opnamebestanden
De geheugenkaart is niet geformatteerd
Formatteer de geheugenkaart (p.68)
De geheugenkaart is vol
Plaats een nieuwe geheugenkaart
De geheugenkaart is beveiligd
Zie de foutmelding [Kaart vergrendeld]
De camera staat uit
Zet de camera aan
De batterij is leeg
Plaats een opgeladen batterij of laad de batterij op (p.16)
De batterijen zijn niet juist geplaatst (polariteit (+ en -) is verwisseld).
Plaats de batterij in overeenstemming met de
polariteitsmarkeringen (+, -).
De camera stopt plotseling terwijl deze in gebruik is
De camera is gestopt als gevolg van een storing
Verwijder de batterijen en plaats deze opnieuw en schakel
daarna de camera opnieuw in
De foto's zijn wazig
Er is een foto van een onderwerp gemaakt zonder dat een juiste
macromodus is ingesteld
Selecteer een geschikte macromodus voor het maken van een
duidelijke opname.
De foto is buiten het bereik van de flitser gemaakt
Maak een foto binnen het bereik van de flitser
De lens is smoezelig of vuil
Maak de lens schoon