INSTALLATIEMETHODE VAN DE MONTAGEADAPTER
Als het dak van het voertuig al een opening van 400x400mm heeft:
•
Kies de installatiepositie voor de airconditioner. De montage adapter is geschikt voor een openingsmaat van
400×400mm.
Installatie aanpak:
•
Zorg ervoor dat het installatieoppervlak vlak is. Verwijder eventuele obstakels rond de opening in het dak.
•
Controleer of er gaten of groeven in het montagevlak zitten. Voer in dat geval een afdichtingsbehandeling uit om
waterlekkage te voorkomen.
•
Vul de groef waar de montageadapter contact maakt met het dak van het voertuig met ongeharde kit (de
maximale dikte is 1 cm). Wanneer de montageplaat op de bovenkant van het voertuig is geïnstalleerd, vult u de
opening tussen de montageplaat en het voertuigdak met afdichtmiddel. De montageadapter moet goed worden
afgedicht samen met het dak van het voertuig om waterlekkage te voorkomen.
•
Installeer de adapter in de opening in het dak van het voertuig volgens de richting aangegeven door de pijl in
figuur 1-2 (de richting van de pijl moet naar de voorkant van het voertuig wijzen).
OPGELET
1.
De dakairconditioner moet gemonteerd worden op een van voor naar achter en van links naar rechts
vlak oppervlak wanneer het voertuig op een vlak oppervlak geparkeerd staat. Afbeelding 2 toont
de maximaal toegestane graden dat het apparaat boven of onder niveau kan worden gemonteerd.
2.
Als het dak van het voertuig schuin (niet waterpas) is zodat de dakairconditioner niet binnen de maximaal
toegestane gradenspecificaties kan worden gemonteerd, moet er een buitenste egalisatieplaat worden
toegevoegd om het apparaat waterpas te maken. Een typische egalisatieplaat wordt getoond in afbeelding 3.
3.
Nadat de dakairconditioner waterpas is geplaatst, kan extra opvulling boven de binnenste plafondconstructie
nodig zijn. De dakairconditioner en de binnenunit moeten met elkaar worden uitgelijnd voordat ze aan elkaar
worden bevestigd.
4.
Nadat het gebied met het montagegat goed is voorbereid, verwijdert u de doos en de bescherming
rondom de dakairconditioner. Til het apparaat voorzichtig bovenop het voertuig. Gebruik het buitenste
plastic omhulsel niet om op te tillen. Plaats de dakairconditioner over het voorbereide montagegat.
5.
Het puntige uiteinde (neus) van het omhulsel moet naar de voorkant van het voertuig wijzen.
20
Figure 1-2