STAP 2 - INSTALLATIEPLEK SELECTEREN & INSTALLATIE VAN DE BUITENUNIT
Uw airconditioner is ontworpen voor gebruik in recreatieve voertuigen. Controleer het dak van het voertuig om
te bepalen of het zowel de dakunit als de binnenunit kan dragen zonder extra ondersteuning. Zorg ervoor dat
de binnenunit de bestaande structuren niet hindert. Zodra de locatie voor uw airconditioner is bepaald moet er
een versterkte en ingelijste opening in het dak worden uitgesneden (als er geen gat is). Wanneer mogelijk kunt u
gebruikmaken van bestaande ontluchtingsgaten.
CASUS A
Als er al dakventilatie aanwezig is op de gewenste montagelocatie voor de airconditioner, moeten de volgende
stappen worden uitgevoerd:
1.
Verwijder alle schroeven waarmee de dakventilatie aan het voertuig is bevestigd. Verwijder de ventilatie en
eventuele extra bekleding. Verwijder voorzichtig al het krijt rondom de opening zodat het oppervlak schoon is.
2.
Het kan nodig zijn om een aantal van de oude schroefgaten voor de montage van de dakventilatie af te dichten
die buiten de bodemplaatpakking van de airconditioner kunnen vallen.
3.
Controleer de grootte van de dakopening. Als de opening kleiner is dan 400x400 mm, moet de opening
worden vergroot.
CASUS B
Als er geen opening voor een dakventilatie aanwezig is, moet een nieuwe opening in het dak van het voertuig worden
uitgesneden. Er moet ook een bijpassende opening in het plafond binnen in het voertuig worden uitgesneden. Wees
voorzichtig, want het dakstuk kan vast komen te zitten als het dak uit meerdere lagen bestaat. Nadat de opening in het
dak en het plafond binnenin de juiste afmetingen hebben, moet een ondersteuning worden aangebracht tussen het
buitendak en het plafond binnen. Het versterkte raamwerk moet voldoen aan de volgende richtlijnen:
Gat voor
draden
Afbeelding 1-1
1.
Het raamwerk moet in staat zijn om zowel het gewicht
van de dakairconditioner als de binnenunit te dragen.
2.
Het raamwerk moet in staat zijn om het oppervlak
van het buitendak en het plafond binnen uit elkaar
te houden en te ondersteunen, zodat het dak niet
onder druk meegeeft wanneer de dakairconditioner
en de binnenunit aan elkaar worden vastgeschroefd.
Een typisch ondersteuningskader wordt getoond in
afbeelding 1-1.
3.
Er moet een opening door het kader zijn voor
de bedrading van de stroomtoevoer. Leid de
bedrading voor de stroomtoevoer door het kader
terwijl het ondersteuningskader wordt geïnstalleerd.
montageadapter worden gebruikt om de opening
te verkleinen.
19