• Hete start modus
Om te voorkomen dat een binnenunit koude lucht
de ruimte inblaast bij het inschakelen van de ver-
warmingsfunctie, wordt de ventilator van de bin-
nenunit niet ingeschakeld. In het display van de
afstandsbediening wordt "
OPMERKING
• Plaats nooit apparatuur die werkt met open vuur
nooit op plekken, waar deze blootgesteld is aan
de luchtstroom vanaf of onder de binnenunit.
• Vanaf het moment waarop de unit start, duurt het
enige tijd voordat de kamer op temperatuur komt,
omdat de unit een circulatiesysteem voor de warme
lucht gebruikt om de gehele ruimte te verwarmen.
• Wanneer de hete lucht naar het plafond stijgt, waar-
door de omgeving boven de vloer koud blijft, raden
wij u aan een circulatievoorziening te gebruiken (de
binnenventilator voor de luchtcirculatie). Neem voor
meer informatie contact op met uw dealer.
6-2
HET DROOGPROGRAMMA PRO-
GRAMMEREN
• Het doel van dit programma is om de luchtvochtig-
heid in de ruimte te verlagen, zonder dat de
omgevingstemperatuur noemenswaardig daalt.
• De plc in het apparaat regelt automatisch de tem-
peratuur en de snelheid van de ventilator.
• Het systeem voert dit programma niet uit wanneer
de omgevingstemperatuur te laag is.
• De microcomputer regelt de temperatuur en de
ventilatorsnelheid automatisch, zodat deze niet
via de afstandsbediening ingesteld kunnen
worden.
• Deze functie is niet beschikbaar, wanneer de
kamertemperatuur 20°C of lager is.
VOOR SYSTEMEN ZONDER KEUZESCHAKE-
LAAR KOELEN/VERWARMEN (Zie afbeelding 5)
Druk de keuzetoets voor het selecteren van de
1
functie zo vaak in tot "
wordt weergegeven.
Druk op de aan / uit toets.
2
De verklikkerlamp gaat branden en het
systeem wordt ingeschakeld.
Druk de toets voor het instellen van de richting
3
van de luchtstroom in (alleen voor FXC, FXF,
FXH, FXK en FXA). Meer informatie hierover
vindt u in het hoofdstuk "De richting van de
luchtstroom instellen".
Druk nogmaals op de aan / uit toets.
4
De verklikkerlamp dooft en het systeem wordt
uitgeschakeld.
OPMERKING
• Schakel nooit meteen na uitschakeling van
het apparaat de stroom uit.
8
" weergegeven.
" (Droogprogramma)
• Het systeem heeft minstens 5 minuten nodig
voor de restverwerking door de aftappomp.
Onmiddellijke uitschakeling van de stroom
kan een waterlekkage of een ander probl-
eem veroorzaken.
VOOR SYSTEMEN MET KEUZESCHAKELAAR
KOELEN/VERWARMEN (Zie afbeelding 8)
Selecteer de bedrijfsmodus met de keuze-
1
schakelaar koelen/verwarmen:
Druk de keuzetoets voor het selecteren van de
2
functie zo vaak in tot het Droogprogramma is
geselecteerd "
Druk op de aan / uit toets.
3
De verklikkerlamp gaat branden en het
systeem wordt ingeschakeld.
Druk de toets voor het instellen van de richting
4
van de luchtstroom in (alleen voor FXC, FXF,
FXH, FXK en FXA). Meer informatie hierover
vindt u in het hoofdstuk "De richting van de
luchtstroom instellen".
Druk nogmaals op de aan / uit toets.
5
De verklikkerlamp dooft en het systeem wordt
uitgeschakeld.
OPMERKING
• Schakel nooit meteen na uitschakeling van
het apparaat de stroom uit.
• Het systeem heeft minstens 5 minuten nodig
voor de restverwerking door de aftappomp.
Onmiddellijke uitschakeling van de stroom
kan een waterlekkage of een ander probl-
eem veroorzaken.
6-3
DE RICHTING VAN DE LUCHTSTROOM
INSTELLEN (zie afbeelding 6)
(alleen voor FXC, FXF, FXH, FXK, FXA)
Druk de toets voor het selecteren van de
1
richting van de luchtstroom in.
In het display wordt het jaloeziepicto-
gram bewegend weergegeven, zoals
hieronder is afgebeeld en de richting
van de luchtstroom verandert continu.
(automatische instelling van de jaloezie)
Druk de toets voor het instellen van
2
de richting van de luchtstroom in.
In het display stopt de beweging van
het jaloeziepictogram. De richting van
de luchtstroom is nu ingesteld. (Instell-
ing vaste richting van de luchtstroom)
".
Nederlands