Advertenties
2 Veiligheid
83315307 1/2022-03 La
Montage- en bedieningsrichtlijnen
Lucht/water-warmtepomp bi-block WBB 12 ... WBB 20 (binnenunit)
2 Veiligheid
2.1 Doelmatig gebruik
De binnenunit is, in verbinding met de buitenunit, geschikt voor:
de opwarming en koeling van verwarmingswater volgens VDI 2035;
mono-energetische en bivalente werking.
De binnenunit mag enkel met een Weishaupt buitenunit in bedrijf worden genomen.
Volgende combinaties zijn mogelijk:
WBB 12-A-RME-AI (binnenunit) met WBB 12-A-RME-AI (buitenunit);
WBB 12-A-RMD-AI (binnenunit) met WBB 12-A-RMD-AI (buitenunit);
WBB 20-A-RMD-AI (binnenunit) met WBB 20-A-RMD-AI (buitenunit).
Voor continu bedrijf (bijv. gebouwdroging) is het toestel alleen geschikt als tijdens
het continue bedrijf een verwarmingswater-teruglooptemperatuur van minstens
18 °C aangehouden wordt. Als deze teruglooptemperatuur niet aangehouden
wordt, is de volledige ontdooiing van de verdamper niet gegarandeerd.
Voor een gebouwdroging raadt Weishaupt aan om een bijkomende externe 2e
warmtegenerator te installeren.
Het toestel is enkel geschikt voor huishoudelijk gebruik. Voor andere toepassingen
moet de geschiktheid voor het specifieke geval worden aangetoond door middel
van een risicobeoordeling. Het toestel is niet geschikt voor gebruik in industriële
processen.
Het toestel mag enkel in gesloten ruimtes gebruikt worden.
Ondoelmatig gebruik kan:
verwondings- of levensgevaar voor de gebruiker of voor derden veroorzaken;
het toestel of andere voorwerpen beschadigen.
2.2 Handelswijze bij ontsnapping van koelmiddel
Ontsnappend koelmiddel stapelt zich op de vloer op. Inademing kan verstikking
veroorzaken.
Open vuur en vonkvorming verhinderen.
Spanningstoevoer naar het toestel uitschakelen, door middel van de op de
installatie aanwezige zekeringen.
Ramen en deuren openen.
Ruimte verlaten.
Huisbewoners verwittigen.
Koeltechnicus of Weishaupt klantendienst verwittigen.
2.3 Veiligheidsvoorschriften
Storingen of gebreken die afbreuk doen aan de veiligheid moeten onmiddellijk
opgelost worden.
Componenten die een toenemende slijtage vertonen of waarvan de constructief
bepaalde levensduur overschreden is of vóór het volgende onderhoud
overschreden wordt, moeten uit voorzorg vervangen worden [hfst. 9.2].
2.3.1 Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM)
Bij alle werken moeten de nodige persoonlijke beschermingsmiddelen gebruikt
worden.
8-156
Advertenties
