De volgende problemen mogen enkel door gekwalificeerde vaklui verholpen worden:
Waarschu-
Oorzaak
wing
Te lage oververhitting
22
Te lage oververhitting
Te hoge oververhitting
23
EVI te hoge oververhitting
24
Hoeveelheid koelmiddel te laag
25
Hogedrukstoring
26
Condensatietemperatuur te laag
27
Condensatietemperatuur te hoog
28
Verdampingstemperatuur te laag
29
Verdampingstemperatuur te hoog
30
Warmtepomp niet compatibel
32
Regelaar EC heeft geen verbinding met de
33
uitbreidingsmodule EM-HK
83315307 1/2022-03 La
Montage- en bedieningsrichtlijnen
Lucht/water-warmtepomp bi-block WBB 12 ... WBB 20 (binnenunit)
123-156
Oplossing
Als de fout herhaaldelijk optreedt:
Oververhitting controleren.
Compressorzuiggasvoeler (T4) controleren.
Lagedruksensor (P1) controleren.
Motor expansieventiel controleren.
Koelkring controleren.
Lengte van de koelmiddelleiding is verkeerd
ingesteld. Verschijnt bij toestellen die met een
vroegere softwareversie dan V3.3 uitgeleverd
werden (Versie EC WWP LB) [hfst. 6.7.1.2].
Update van de regelaarsoftware doorvoeren.
Enkelvoudige lengte van de koelmiddelleiding
die tussen binnen- en buitenunit geïnstalleerd
is instellen [hfst. 6.7.5.2].
Als de fout herhaaldelijk optreedt:
Oververhitting controleren.
Compressorzuiggasvoeler (T4) controleren.
Lagedruksensor (P1) controleren.
Motor expansieventiel controleren.
Koelkring controleren.
Als de fout herhaaldelijk optreedt:
Koelkring controleren.
Lekdetectie uitvoeren.
Als de fout herhaaldelijk optreedt:
Koelkring controleren.
Lekdetectie uitvoeren.
Warmteafname controleren.
Hoge gewenste WW-temperaturen vermijden.
Ervoor zorgen dat de warmtepomp enkel
binnen de toepassingsgrenzen werkt.
Instelling overstroomventiel controleren.
De verwachte bedrijfstoestand wordt bij hoge
buitentemperatuur en lage vertrektemperatuur
niet bereikt.
Installatie met 2e warmtegenerator opwarmen.
Warmteafname controleren.
Instelling overstroomventiel controleren.
Verwarmingswaterdebiet controleren.
Controleren dat er geen ijs op de verdamper
is.
Werking ventilator controleren.
Koelkring controleren.
De toepassingsgrens van de warmtepomp werd
overschreden.
Ervoor zorgen dat de warmtepomp enkel
binnen de toepassingsgrenzen werkt.
Spanningstoevoer compressor controleren.
Spanningstoevoer van de klemmen naar de
koeleenheid controleren.
Weishaupt-klantendienst verwittigen.
Verbindingsleiding tussen regelaar en
uitbreidingsmodule controleren.
10 Foutopsporing