Handleiding voor papier en speciaal afdrukmateriaal
Tips voor het afdrukken op karton
Karton is een zwaar, eenlaags speciaal afdrukmateriaal. Veel variabele kenmerken ervan, zoals vochtgehalte, dikte en
structuur, kunnen de afdrukkwaliteit aanzienlijk beïnvloeden.
•
Stel op het bedieningspaneel van de printer in het menu Papier de instellingen voor het formaat, de soort, de
structuur en het gewicht van het papier zodanig in dat deze overeenkomen met het karton dat in de lade is geplaatst.
•
Maak eerst enkele proefafdrukken voordat u grote hoeveelheden karton aanschaft.
•
Stel in de lade-instellingen de structuur en het gewicht van het papier zodanig in dat deze overeenkomen met het
karton dat in de lade is geplaatst.
•
Voorbedrukt, geperforeerd of gekreukt materiaal kan de afdrukkwaliteit aanzienlijk beïnvloeden en hierdoor kan
het papier vastlopen of kunnen er problemen ontstaan met de papierinvoer.
•
Buig het karton en waaier het uit om het van elkaar los te maken voordat u het in de lade plaatst. Maak op een
vlakke ondergrond de stapel recht.
Richtlijnen voor papier
Als u het juiste papier of speciale afdrukmateriaal selecteert, vermindert het aantal afdrukproblemen. Voor optimale
afdrukkwaliteit kunt u het beste eerst een proefafdruk maken op het papier of het speciale afdrukmateriaal dat u wilt
gebruiken voordat u hier grote hoeveelheden van aanschaft.
Papiereigenschappen
De volgende papiereigenschappen zijn van invloed op de afdrukkwaliteit en de betrouwbaarheid van de printer. Houd
rekening met deze kenmerken wanneer u een nieuw type papier overweegt.
Gewicht
De printerladen kunnen automatisch papier invoeren met een gewicht van maximaal 176 g/m
lengterichting. De universeellader kan automatisch papier invoeren met een gewicht van maximaal 176 g/m
vezel in de lengterichting. Papier dat lichter is dan 60 g/m
waardoor papierstoringen kunnen optreden. Het beste resultaat bereikt u met papier van 75 g/m
lengterichting. Voor papier dat kleiner is dan 182 x 257 mm (7,2 x 10,1 inch) kunt u het beste papier met een gewicht
2
van 90 g/m
of meer gebruiken.
Opmerking: dubbelzijdig afdrukken wordt ondersteund voor papier met een gewicht van 60-105 g/m
in de lengterichting.
Krullen
Krullen is de neiging van papier om bij de randen om te buigen. Dit kan invoerproblemen veroorzaken. Papier kan
omkrullen nadat het door de printer is gevoerd en daarbij is blootgesteld aan hoge temperaturen. Als u papier in hete,
vochtige, koude of droge omstandigheden buiten de verpakking of in de laden bewaart, kan het papier omkrullen
voordat erop wordt afgedrukt. Dit kan invoerproblemen veroorzaken.
Gladheid
De gladheid van papier is rechtstreeks van invloed op de afdrukkwaliteit. Als papier te ruw is, wordt toner er niet goed
op gefixeerd. Te glad papier kan invoerproblemen of problemen met de afdrukkwaliteit veroorzaken. Gebruik papier
met een gladheid tussen de 100 en 300 Sheffield-punten. Een gladheid tussen de 150 en 250 Sheffield-punten geeft
de beste afdrukkwaliteit.
2
is mogelijk niet stevig genoeg om correct te worden ingevoerd,
46
2
met de vezel in de
2
met de
2
met de vezel in de
2
met de vezel